Handboek Culturele psychiatrie en psychotherapie
Twintig hoofdstukken minder dan de editie uit 2010 en vooral ontdaan van theorie, maakt van de nieuwe editie van het Handboek Culturele psychiatrie en psychotherapie een goed praktijkleerboek voor zorgverleners die professioneel en transdisciplinair willen omgaan met cultuurverschillen binnen psychiatrische en psychotherapeutische behandelrelaties.
Het boek heeft als rode draad een systeemtheoretisch denkkader (von Bertalanffy), inclusief contextuele modellen. De auteurs kozen voor een generieke benadering van cultuurverschillen zonder tekort te doen aan het unieke en dynamische karakter van individuele culturen en behandelrelaties. Dit denkkader biedt een houvast voor de benadering van problematische situaties, los van specifieke culturele afkomst, ziektebeeld of psychotherapeutische stroming.
Door de hoofdstukken heen word je je bewust van de brede impact van migratie en discriminatie op psychische aandoeningen, leer je hoe de beleving van ziekte en gezondheid zijn ingebed in een culturele context, en welke culturele competenties nodig zijn voor een cultuursensitieve en toegankelijke gezondheidszorg. Zowel mogelijkheden als beperkingen van onderzoeksmethodologie, psychodiagnostiek en behandeling worden kritisch beschreven.
Een hoofdstuk rond ggz-vernieuwingen en herstelgericht werken werd toegevoegd, maar mist helaas een duidelijk raakvlak met culturele psychiatrie en psychotherapie. Bijzonder interessant is het hoofdstuk ‘Uitsluiting en discriminatie’ dat de lezer uitdaagt over de ggz te reflecteren als racial project: de ggz is niet alleen een product van de cultuur, maar ook zelf een vorm van cultuurproductie die ‘de allochtone patiënt’ construeert en sociale verhoudingen reproduceert.
De klinische toepasbaarheid van het handboek is hoog, mede dankzij de herkenbare casussen, het aansluiten bij de maatschappelijke realiteit, de verwijzingen naar onlinebronnen en de concrete tips over het werken met tolken en psychodiagnostiek. Terecht wordt een hoofdstuk besteed aan de ‘Culturele Formulering’, door de DSM geïntroduceerd en gepromoot.
Problematische situaties en alternatieve benaderingen worden steeds open en overzichtelijk voorgesteld. Door het snoeien in de theoretische achtergrond en het vaak ontbreken van wetenschappelijke evidentie, die wel up-to-date wordt beschreven, wekken sommige hoofdstukken een oppervlakkige indruk of krijgen een nogal intuïtief karakter. Met het expliciteren van vaak evidente moeilijkheden, werken de auteurs evenwel steeds toe naar een groter cultureel bewustzijn bij de lezer.
De redactie maakte de keuze zich te richten op de Nederlandse klinische praktijk. Vlaamse lezers kunnen zich hierbij af en toe onvoldoende cultuursensitief benaderd voelen. De focus op de klinische praktijk maakt dat een historisch kader van de culturele psychiatrie en haar verhoudingen tot de antropologie of etnopsychiatrie weinig theoretisch worden uitgewerkt. Modellen ontstaan in landen met een andere maatschappelijke en psychotherapeutische context komen niet aan bod. Een bredere aanpak zou een genuanceerdere visie op het huidige Nederlandse systeem kunnen bieden en uiteindelijk leiden tot een kritischere praktijk.
Het boek richt zich tot behandelaars die kritisch willen nadenken over cultuurverschillen in hun dagelijkse praktijk. Het biedt concrete handvatten om problematische casussen te benaderen en om beleidsmatige drempels voor een cultureel competente zorg weg te werken. Als uw doel is aan de slag gaan met culturele verschillen in uw klinische praktijk, raden wij u dit boek van ganser harte aan.
S. den Ameele, psychiater, Brussel, B. Sabbe, em. hoogleraar psychiatrie, Antwerpen