Omgaan met trauma-gerelateerde dissociatie. Vaardigheidstraining voor patiënten en hun therapeuten (2e ed.)
Als iemand met een complexe dissociatieve stoornis een recensie over dit boek zou moeten schrijven en al zijn of haar delen aan het woord zou laten, las u wellicht de volgende opinies:
– Dit interessante boek gaat duidelijk niet over mij, gelukkig maar!
– Zou dit toch over mij gaan? En wat betekent dat dan?
– Iedereen bakkes dicht of er zwaait wat, we gaan hier niets toegeven of verraden.
– Ik kan dit niet aan, ik ben bang.
– Dood aan de auteurs!!!
– k ga mezelf een stuk in mijn kraag drinken!
– Wèèèèèè; …
Dit boek geeft een helder en gestructureerd overzicht van verschillende vaardigheden die therapeuten aan moeten leren in fase I van de behandeling voor complexe posttraumatische stressstoornis (ptss): de stabilisatiefase voorafgaand aan de fase van eventuele blootstelling aan traumatische herinneringen. Het kan beschouwd worden als therapeutisch werkinstrument, een protocol, dat zowel in groepstherapie als binnen een individuele therapie kan worden aangewend. De hoofdstukken over specifieke vaardigheden worden voorafgegaan door een stevig maar zeer bevattelijk geschreven hoofdstuk psycho-educatie aangaande dissociatie en dissociatieve delen van een persoonlijkheid.
Als zelfhulpboek lijkt me dit werk niet geschikt, juist door de enorme complexiteit van de problematiek. Het gevaar bestaat dat wanneer een patiënt dit boek op eigen houtje leest, de tekst louter theorie blijft die deze niet op zichzelf kan toepassen. Als er staat ‘complexe dissociatieve stoornissen zijn het gevolg van chronische traumatisering in de kinderjaren’, dan zal iemand met een complexe dissociatieve stoornis dit hoogst waarschijnlijk negeren of ontkennen. Het dissociatief systeem is immers opgebouwd om ‘niet te moeten weten’. Enkel therapeuten met een grondige opleiding betreffende trauma en dissociatieve problematiek zullen er met hun patiënten mee aan de slag kunnen.
De rode draad door het boek is dat patiënten moeten leren begrip opbrengen voor alle delen, ernaar te luisteren en ermee te overleggen. Een therapeut met kennis van zaken kan helpen om een veilige plek te creëren voor alle delen, een overlegplatform te construeren en de delen te leren vergaderen met elkaar.
Uniek aan dit boek is dat de vaardigheden die worden omschreven specifiek afgestemd zijn op mensen met complexe dissociatie. Naast de ‘klassieke’ vaardigheden zoals het omgaan met traumatische triggers, het uitdagen van kernovertuigingen en het reguleren van emoties besteden de auteurs extra aandacht aan delen die vastzitten in boosheid, schaamte en schuld, aan het omgaan met behoeften van kinddelen en aan het verbeteren van de besluitvorming tussen de delen onderling.
Wat ik heb gemist, is een hoofdstuk dat zich richt op seksualiteit, het opbouwen van een gezonde seksuele relatie en hoe specifieke problemen op dat domein kunnen worden overwonnen.
In het algemeen zal ik echter dit boek zeker aanbevelen aan therapeuten en patiënten die zich als doel hebben gesteld om samen de dissociatieve problematiek aan te pakken. Want dat kan enkel samen, niet alleen.
M. Van landeghem, psycholoog/systeemtherapeut, Duffel