Narcissism and its discontents
Een nieuw boek van Glen Gabbard over narcisme: voegt dit boek iets toe, en zo ja, wat? Het antwoord op de eerste vraag is wat mij betreft: nee en ja.
Voor een deel worden in dit boek oude theorieën behandeld: de bekende discussie tussen Kohut en Kernberg over narcisme, waarbij Kohut de nadruk legt op het defect, dat met empathische spiegeling dient te worden behandeld, terwijl Kernberg focust op het conflict, dat via de objectrelaties in de overdracht wordt geanalyseerd. Het lijkt of er sindsdien weinig nieuwe theorie is ontwikkeld; naast referenties naar zijn eigen eerdere boeken verwijzen Gabbard en Crisp vooral naar overzichtswerken onder redactie van Ogrodniczuk (2013) en Campbell en Miller (2011).
Wel een toevoeging is de consequente benadering van narcisme vanuit het relationele referentiekader. In uitgebreide voorbeelden wordt vooral het ‘entitlement’, de houding van ‘ik heb recht op…’ (een speciale behandeling, een uitzonderingspositie et cetera) van de narcistische patiënt belicht, waaronder kwetsbaarheid en onzekerheid schuilgaan. Invoelbaar wordt beschreven hoe behandelaars soms over hun eigen grenzen gaan bij deze patiënten, door bijvoorbeeld medicatie voor andere dan psychiatrische ziektes voor te schrijven, de tijdsduur van de sessies te overschrijden of zich gestreeld voelen als een beroemdheid in behandeling komt. Ook behandelaars worstelen met hun eigen narcisme!
De eisende houding van narcistische patiënten roept ook weerstand op – verveling, irritatie, minachting of angst – bij de behandelaar, en kan ertoe leiden dat de behandeling eindigt met de bekende ‘zie-je-wel’-reacties: de patiënt breekt verontwaardigd de behandeling af met de conclusie ‘niemand begrijpt mij’; en de behandelaar concludeert ‘narcisten zijn ook niet te behandelen’.
Gabbard en Crisp slagen in hun beschrijving van diagnostische dilemma’s en behandelstrategieën erin empathie te wekken voor de kwetsbaarheid van de narcistische patiënt.
Zonder namen te noemen plaatsen de auteurs het boek in de actuele discussies omtrent al dan niet narcistische beroemdheden en de cultuur van sociale media. Het boek blijft in deze hoofdstukken wat oppervlakkig, maar het wint aan kracht in het vervolg over relatievorming en behandeling. De auteurs onderscheiden drie types narcistische persoonlijkheden: de grandioze, de kwetsbare en de hoog-functionerende; ook mensen uit deze laatste groep zoeken regelmatig behandeling. Centraal staat de attunement op de patiënt, waarbij de patiënt zich begrepen voelt, een binding aangaat met de therapeut en gaat samenwerken aan een gemeenschappelijk doel.
Kortom: een helder boek, met veelal bekende theorie, en een empathisch pleidooi om een correctieve relatie met de patiënt met narcisme aan te gaan.
- Campbell KW, Miller JD. The handbook of narcissism and narcissistic personality disorder: theoretical approaches, empirical findings, and treatments. Hoboken: Wiley; 2011.
- Ogrodniczuk JS. Understanding and treating pathological narcissism.
Washington: American Psychological Association; 2013.
American Psychiatric Association Publishing,Arlington, 2018
173 pagina’s,
isbn 978-16-153-7127-3,
$ 45,-
M. Thunnissen, psychiater, Bergen op Zoom