Angststoornissen bij kinderen - Ouderbegeleiding met CGT
Angststoornissen bij kinderen komen veelvuldig voor, met een prevalentie van 6,5%. Ook zijn angstklachten voorbodes van latere stoornissen zoals depressie. De 4 auteurs (psychologen/onderzoekers uit het vk) zijn erin geslaagd om hun kennis en ervaring op dit gebied helder te bundelen voor de lezer: behandelaars die werken met kinderen met angstklachten. Zij pleiten onderbouwd met hun onderzoek en klinische ervaring specifiek voor ouderbegeleiding met cognitieve gedragstherapie (cgt) bij kinderen met een angststoornis.
Het pleidooi om ouders een centrale rol te geven in de behandeling van hun angstige kind gaat in tegen een soms teveel geïndividualiseerde behandeling en wordt onderbouwd met volgens mij terechte argumenten zoals: oudertherapie versterkt het ouderschap, vermindert machteloosheid en eventueel schuldgevoel bij ouders. Het ook genoemde argument dat er in de praktijk weinig kinderen toegang hebben tot een hulpverlener die op de juiste manier getraind is in de cgt roept de vraag op of dit mogelijk ook voor de Nederlandse situatie geldt.
Waar bestaat de ouderbehandeling uit? Een uitgebreide assessment met de ouders en vaststellen van behandeldoelen vormt de start, waarna in het volgende hoofdstuk geïndividualiseerde psycho-educatie wordt toegelicht; de hoofdstukken erna bieden uitleg over angst en bijbehorende vermijding, waarbij de door angst opgeroepen beschermende houding (van de omgeving) contraproductief kan werken. Logischerwijs krijgen ouders door de aandacht voor deze processen en hun eigen centralere rol handvatten mee om bijvoorbeeld een ‘probeer het eens’-houding te bevorderen en hun kind beter kunnen begeleiden naar het zelfstandig oplossen van hun problemen. Alles stap voor stap, waarbij elk van die stappen in het boek concreet wordt toegelicht.
De laatste hoofdstukken gaan over de benadering van veelvoorkomende angstgerelateerde problemen zoals het aanpakken van slaapproblemen en schoolweigering evenals behandelen in problematische context. Deze hoofdstukken zijn op zichzelf sterk, maar ze roepen wel vragen op waarom de auteurs juist voor deze onderwerpen hebben gekozen.
Het boek is aan te raden voor behandelaars, maar is ook prima te lezen voor ouders zelf. Ook zou in de volwassenenpsychiatrie dit boek een aanrader kunnen zijn voor behandelaars van angststoornissen, daar veel patiënten ook kinderen hebben en angstgedragspatronen nu eenmaal makkelijk worden doorgegeven.
R. Klaassen, kinder- en jeugdpsychiater, Amsterdam