Knijpen in de ziel
In het dankwoord - bij dissertaties meestal het enige wat gelezen wordt, maar bij dit boek zou ik u willen afraden het daarbij te laten – schrijft collega Zitman dat er gedurende zijn actieve loopbaan een aantal vragen zijn blijven liggen waarmee hij zich vervolgens tijdens zijn emeritaat, systematisch is gaan bezighouden, met als resultaat dit boek: Knijpen in de ziel. Die vragen gaan over de controverse tussen het medisch model en de psychologie, tussen lichaam en geest, de hersenen en de ziel, tussen erklären en verstehen.
Het is weliswaar een oud probleem, maar niet een probleem dat aan actualiteit heeft ingeboet. Zeker nu, nadat we het psychotherapeutisch kind met het badwater hebben weggegooid en ‘the era of the brain’ niets toegevoegd heeft aan ons therapeutisch armentarium, lijkt het een goed moment om ons te bezinnen in welk speelveld ons vak zich nu eigenlijk bevindt. Welke gedachten en ideeën zijn er door de loop van de jaren door filosofen en vakgenoten besproken? En is het begrijpelijk waarom ons vak een voortdurende slingerbeweging gemaakt heeft waarbij eerst de somatiek, dan het psychoanalytisch gedachtegoed en met tussenstappen van antipsychiatrie, dan wederom de somatiek leidend is geweest in de afgelopen eeuw?
Zitman gaat te rade bij filosofen die zich gebogen hebben over de mogelijkheid en onmogelijkheid van het bestaan van de geest/ziel en van de interactie tussen geest en lichaam. Want wat als de psyche niet aantoonbaar is, wat zijn we dan eigenlijk aan het doen: beïnvloeden we nu de geest – en wat beïnvloed je dan? – of manipuleer je het brein? En hoe heeft dat dan zijn invloed op de geest?
Zitman heeft gekozen voor een filosofische zoektocht, maar het is ook een geschiedschrijving van de Nederlandse psychiatrie geworden: Jelgersma, Carp, Rümke, Kuiper, Foudraine, Rooijmans en Van Praag, en Schene, Kahn en Van Os, ze passeren allemaal de revue.
Het is een zeer interessant en leesbaar boek geworden, dat goed inzicht geeft in de dilemma’s en waar men door de tijd mee heeft geworsteld. Ook zeer geschikt om in de psychiatrieopleiding naar aanleiding van dit boek met elkaar over dit onderwerp in debat te gaan. Een idee voor het voorjaarscongres?
Een minpunt moet me nog wel van het hart en dat betreft niet de schrijver, maar de uitgever. Het boek is slechts geplakt in plaats van genaaid, waardoor het zo uit elkaar valt. Het boek verdient echt beter, misschien een suggestie voor de tweede druk?
J.G.M. van Megen, psychiater/psychotherapeut, Ermelo