Tien jaar cognitieve controletraining voor depressie: een overzicht van verwezenlijkingen en uitdagingen
achtergrond 2007 markeert een mijlpaal in de literatuur over cognitieve kwetsbaarheden voor depressie. Als vervolg op een rijke onderzoekstraditie gericht op het aantonen van neuroplasticiteit en cognitieve transfer, publiceerden Siegle e.a. (Cognit Ther Res 2007; 31: 235-62) de resultaten van een proof-of-principlestudie waarin zij cognitieve controletraining (cct) inzetten bij de behandeling van depressie. Hiermee was de stap gezet naar klinisch georiƫnteerde cct-studies gericht op de reductie van onderliggende kwetsbaarheidsmechanismen voor depressie. In verscheidene latere studies bracht men de effecten van cct op emotionele kwetsbaarheid in kaart, maar deze studies vertonen sterke heterogeniteit.
doel Een overzicht bieden van de bevindingen van 10 jaar cct voor depressie.
methode Bespreken van de resultaten van een recent uitgevoerde systematische review, met speciale aandacht voor de implicaties en uitdagingen voor de klinische praktijk.
resultaten cct heeft een positief effect op depressieve kwetsbaarheid (o.a. stressreactiviteit, piekeren en ernst van symptomen). De literatuur wijst daarbij o.a. op het belang van intensiviteit van trainingsprocedures, gebruik van een affectieve taakcontext en motivationele factoren.
conclusie cct vertoont potentieel als klinische interventie voor depressie. Vooraleer implementatie in de klinische praktijk echter mogelijk is, dienen nog verscheidene vragen beantwoord te worden.