Freud. An intellectual biography
Wat een boek, van Whitebook, filosoof-psychoanalyticus aan de Columbia University Center in New York. Het is niet louter biografie. De levensbeschrijvingen zijn accuraat en levendig, maar de meerwaarde ligt in het adjectief van de titel, intellectual.
De auteur exploreert twee belangrijke enigma’s in Freuds werk. Het eerste thema is: hoe komt het dat Freud een minimale rol toeschrijft aan de moederfiguur, in het bijzonder de pre-oedipale moeder? Juist die afwezigheid stelt haar aanwezig. Dit heeft te maken met de drie eerste levensjaren van Freud himself en de relatie met zijn moeder in het bijzonder. Het idyllische beeld van ‘mein goldener Sigi’ klopt niet. Voor Freud was die periode in feite traumatisch: spanningen tussen de ouders, het vroegtijdige overlijden van zijn jongere broer Julius, financiële problemen, een depressieve en afwezige moeder, het plotse verdwijnen van zijn geliefde Kinderfrau, … Freud heeft deze traumatische periode nooit kunnen assumeren. Ook niet in zijn oeuvre.
Het tweede thema is ‘the break of tradition’. Freud profileerde zich als een verlichtingsdenker. Zijn ontdekking, de psychoanalyse, ziet hij als een bekroning hiervan. Whitebook spreekt genuanceerder van Freud als een ‘dark enlightener’. Waar de verlichting voor het primaat van de rede staat, is Freud degene die juist op het onbewuste wees als drijvende en irrationele kracht in het menselijk leven. Whitebook wijst in dit verband op dé ontdekking van Freud: niet zozeer het onbewuste, maar de psychische realiteit. Waar Charcot keek naar de patiënt, luisterde Freud naar de innerlijke mentale wereld.
Dé originaliteit van dit boek ligt in het samenbrengen van deze twee thema’s. Whitebook windt er geen doekjes om. Doordat Freud het moederlijke niet in het psychische leven kon denken, slaagde hij er niet in om het irrationele voldoende te exploreren.
Hoe dit alles doorwerkt in het oeuvre van Freud, beschrijft Whitebook in een adembenemende wetenschappelijke intellectuele biografie. Hoe leven en werk zich ontwikkelden door breukmomenten in zijn leven – denk maar aan de ‘vriendschap’ met Wilhelm Fliess en de vooraf tot mislukken gedoemde relatie met Carl Gustav Jung –, Whitebook werpt er een wijs en in veel gevallen nieuw licht op, en op het genie dat Freud uiteindelijk was en op de psychoanalyse as such. Geen Freud-bashing , maar ook geen Freud-adoratie, de auteur overstijgt dit in wat nu al als een klassieker over Freud en psychoanalyse kan gelden.
Freud. He’s only human after all.
M. Calmeyn, psychiater, Loppem