ADHD en comorbide stoornissen. Alles over diagnose, beloop en behandeling
‘Het is jammer dat kinderen onze boeken niet gelezen hebben’ verzuchtte de beroemde Engelse hoogleraar Kinderpsychiatrie Philip Graham regelmatig. Inderdaad, de theorie is vaak helder, maar de praktijk weerbarstig. Kinderen-jeugdigen, volwassenen en ouderen hebben zelden eenduidige ziektebeelden. Geen nood, dit boek belooft ‘alles over diagnose, beloop en behandeling’. ‘Comorbiditeit’ lijkt een artefact van de classificatiesystemen. Het begrip is nog geen 50 jaar oud en wordt ingezet als de ‘beschrijvende diagnose’ qua criteria voldoet aan meer dan één classificatie. Deze korte en ietwat gesimplificeerde weergave van het probleem van comorbiditeit wordt in dit boek, waarin de verschillende vormen van comorbiditeit rondom adhd centraal staan, op een voortreffelijke en heldere manier beschreven in het inleidend hoofdstuk.
Dit boek is de weerslag van een studiedag over hetzelfde thema. Alle sprekers hebben hun presentatie in een strak geredigeerd hoofdstuk verwerkt. Maar niet de laatste spreker op het symposium, die sprak over klinische complexiteit en daarin zit naar mijn indruk de zwakte van dit boek. Natuurlijk kan adhd zich manifesteren naast verwante ontwikkelingsstoornissen zoals autisme, syndroom van Gilles de la Tourette, motorische coördinatiestoornissen en verslaving. adhd bij kinderen met een verstandelijke beperking of disharmonische hoogbegaafdheid vraagt om bijzondere aandacht. Ook is bekend dat adhd het leren kan bemoeilijken of samen kan optreden met specifieke stoornissen, bijvoorbeeld leesstoornissen. De combinatie van adhd en gedragsstoornissen is helaas berucht. Deze vormen van comorbiditeit komen paarsgewijze aan de orde in fraaie hoofdstukken ‘adhd en ...’.
Soms wordt het dilemma wat de comorbiditeit voor consequenties heeft voor de behandeling van de adhd bij dat kind, die adolescent aangestipt, maar meestal niet. Zo wordt er met geen woord gerept over de mogelijke invloed van medicatie voor adhd bij patiënten met adhd en een comorbide syndroom van Gilles de la Tourette. Terwijl bijkomende angst- en/of stemmingsproblemen helemaal niet worden behandeld.
Het boek creëert een nieuwe illusie: je hebt adhd en andere comorbiditeit. Maar de klinische realiteit is ingewikkelder omdat de diagnose complexe beelden bevat. En dat maakt het klinisch werken juist zo boeiend. De vraag is dan ook hoe een zinvolle behandelingsstrategie op te zetten waarbij men de comorbiditeit niet klakkeloos volgens de voor de aparte stoornissen vigerende richtlijnen aanpakt, maar goed kijkt naar zinvol klinisch handelen, op de individuele patiënt in zijn of haar context gefocust.
Jammer dat die vragen, in dit overigens rijk gedocumenteerde boek, niet aan de orde komen. Dit boek bevat een geweldige hoeveelheid ‘kunde’, maar het klinisch behandelen van complexe problematiek is vooral boeiend omdat het gaat om ‘(genees)kunst’.
R. van der Gaag, kinder- en jeugdpsychiater, Nijmegen