Clinical manual of psychopharmacology in the mentally ill (2de ed.)
Dit is de 2de editie van een boek waarvan ik de 1ste (uit 2010) niet kende. Vanuit de onlinerecensies wordt me duidelijk dat die 1ste editie een instant succes was destijds. De nieuwe uitgave is vergelijkbaar qua opzet en doelstelling, maar heeft zo’n 200 bladzijden extra. De uitbreiding zit in nieuwe informatie en updates, niet in extra hoofdstukken. Nieuw in deze editie is wel dat elk hoofdstuk wordt afgesloten met key clinical points.
Het boek is pragmatisch van opzet en zeer compleet. Het is opgedeeld in twee secties: in de eerste sectie is een relatief kort en theoretisch overzicht gegeven van basale principes van de psychofarmacologie, zoals dat ook in andere boeken over dit onderwerp te vinden is. Een appendix dat vele pagina’s beslaat met een tabel met cytochroom p450-interacties had voor mij weggelaten kunnen worden. Dit soort informatie is snel verouderd en actueel terug te vinden op websites.
Deze eerste sectie wordt aangevuld met een hoofdstuk over ernstige (maar zeldzame) somatische risico’s van verschillende psychofarmaca. Het gaat hier niet alleen om het maligne antipsychoticasyndroom, maar bijvoorbeeld ook om het optreden van cardiomyopathie bij gebruik van clozapine en door lithium geïnduceerde nierfalen. Sectie één sluit af met een zeer praktisch hoofdstuk over de alternatieve toedieningsmogelijkheden van alle psychofarmaca indien dit oraal niet lukt of mogelijk is.
Het tweede deel is waar het eigenlijk om gaat: gebruik van psychofarmaca bij patiënten met een lichamelijke aandoening. Daarin gaan auteurs per somatisch deelgebied in op verschillende aspecten van het voorschrijven van psychofarmaca aan de betreffende doelgroep. Maar dat is niet het enige: zij gaan ook in op comorbide psychiatrische stoornissen bij deze somatische aandoeningen.
De hoofdstukken hebben zo een vaste structuur: eerst een paragraaf over differentiaaldiagnostische overwegingen indien een patiënt met een bepaalde somatische ziekte ook een psychiatrische stoornis heeft. Ten tweede een paragraaf over de betreffende somatische medicatie en de eventuele neuropsychiatrische bijwerkingen die deze kunnen opleveren. Ten derde beschrijft men de veranderingen in farmacokinetiek die kunnen optreden bij die somatische aandoening en ten vierde het gebruik van psychotrope medicatie. Tot slot krijgt de lezer een overzicht van de te verwachten geneesmiddelinteracties, met name gericht op interacties tussen psychofarmaca en de farmaca gebruikt voor de somatische aandoening.
Het boek bevat op deze manier veel en gedetailleerde kennis, vrijwel steeds goed onderbouwd vanuit de literatuur. Dit maakt dat men het beter als naslagwerk kan gebruiken dan dat men het van kaft tot kaft zou moeten lezen. Zeer bruikbaar indien men in de ggz te maken heeft met een patiënt met een bepaalde somatische aandoening, maar nog veel meer in de consultatieve dienst van het algemene ziekenhuis.
P. Naarding, psychiater, Apeldoorn