Prevention in mental health care. Time for a new approach
Dit boek van Dorien Nieman (afd. Psychiatrie, amc, Amsterdam), met een mooi voorwoord van Patrick McGorry, richt zich op de noodzaak van meer holistische preventie en vroege interventies in de psychiatrie. Met name het huidige dsm- en icd-classificatiesysteem krijgt kritiek omdat het gepersonaliseerde diagnostiek en behandeling in de weg zou staan. Door het classificatiesysteem als framework te gebruiken is de afgelopen decennia een te reductionistische manier van kijken ontstaan. Onderzoekers, richtlijnopstellers en de farmaceutische industrie hebben zich op de diagnostische concepten gestort en daarmee zijn we het dimensionele en holistische mensbeeld kwijtgeraakt. Het probleem volgens Nieman is het gebrek aan integratie tussen verschillende niveaus van probleemanalyse.
Behalve voor de al vaker beschreven stadiëring en profilering van psychiatrische ziektebeelden als veel bruikbaarder onderverdeling pleit Nieman ook voor het toevoegen van een filosofische en spirituele invalshoek. Neurobiologische veranderingen die men vindt, moet men plaatsen in het licht van de fase van de ziekte, transdiagnostisch en bezien vanuit, wat Nieman noemt, the authentic self. Dat is het eigen levensverhaal van de patiënt dat deels ontstaat door het bewust doorleven van gebeurtenissen en emoties om te komen tot persoonlijke groei.
Nieman benoemt een aantal thema’s die in de huidige psychiatrische zorg te weinig aandacht krijgen. Sociale contacten zijn belangrijk voor de mentale ontwikkeling, maar kunnen ook een bron van problemen zijn en deze ontwikkeling juist in de weg zitten (individu versus horen bij de groep). Psychiatrische symptomen kunnen persoonlijke betekenis hebben en moet men niet per definitie als afwijkend beschouwen. Negatieve emoties horen bij het leven en moet men niet altijd onderdrukken. Beter is het leren omgaan met en verdragen van deze negatieve emoties die je onherroepelijk tegenkomt omdat het leven nu eenmaal vol grote uitdagingen en ontberingen zit.
Door in te spelen op alle niveaus met medicatie, psychologische interventies, training van coping en stressrelaxatie door bijvoorbeeld yoga en meditatie zal niet alleen gepersonaliseerde precisiegeneeskunde ontstaan, maar zal mentale ontregeling als fenomeen ook meer genormaliseerd worden.
Nieman sluit af met een toekomstbeeld waarin onderzoek zich richt op het vinden van transdiagnostische biomarkers, mensen met lichte klachten zich kunnen melden in laagdrempelige centra in de wijk en dan zo snel mogelijk hulp krijgen met de minst ingrijpende behandelingen en nieuwe behandelingen met medicatie en psychotherapie die focussen op authenticiteit, levensvragen, het bereiken van ‘flow’ en het kunnen verdragen van negatieve emoties.
Een zorg daarbij is wel hoe professionals hiermee om moeten leren gaan. Gewend geraakt aan een meetbare, harde werkelijkheid zal het lastig zijn om een complex interactioneel mensbeeld als basis te zien voor het medisch handelen. De dwingende invloed van verzekeraars en kwaliteitsinstituten die vragen om ordening in productgroepen of patiëntenclusters zal hierbij voorlopig nog behoorlijk in de weg zitten.
Een mooi boek dat uitdaagt om ons vak in de volle breedte te aanschouwen en genuanceerd naar patiënten en de toekomst te kijken.
F.E. Scheepers, kinder- en jeugdpsychiater, Utrecht