Spirituality and narrative in psychiatric practice – stories of mind and soul
De kracht van deze bundel over spiritualiteit en het narratief vanuit het perspectief van de psychiatrische praktijk schuilt in de combinatie tussen zingeving en het narratief. Die zingeving is op te vatten in levensbeschouwelijke zin alsook als spiritualiteit in bredere zin.
De samenstellers van de bundel kiezen als vertrekpunt het position statement ‘Recommendations for psychiatrists on spirituality and religion’, zoals uitgebracht door de Royal College of Psychiatry in het Verenigd Koninkrijk (2013). De auteur van dat stuk is de theoloog en psychiater Christopher Cook, die ook de huidige bundel heeft samengesteld. De Britse plaatsbepaling biedt een genuanceerde formulering hoe psychiaters zich tot het onderwerp religie en spiritualiteit kunnen verhouden. Het niet-schadenprincipe vormt daar bij het vertrekpunt. Betrokkenheid, nuance en een kritisch morele kijk spreken ook uit de huidige uitgave.
De stap van zingeving naar het narratief is niet vergezocht. Het eigen levensverhaal geldt als een uitingsvorm van iemands identiteit als betekenisvol. De vertelling hoeft echter niet altijd het gehele leven te betreffen, maar kan ook gaan om het ziekteverhaal (‘chaos history’), en (actueel in de hedendaagse visie op herstel) het herstelverhaal. Mensen die in een religieuze traditie staan, plaatsen eigen ervaringen dikwijls in de narratieven van de grote levensbeschouwingen.
De bundel bevat, behalve de lezenswaardige in- en uitleiding door de samenstellers, twaalf bijdragen die het thema zingeving en narratief op uiteenlopende wijzen behandelen. Ieder hoofdstuk bevat illustratieve casuïstiek. Er is oog voor de transculturele kijk, voor het diagnostisch narratief, herstelgerichte zorg en voor meerdere psychotherapeutische invalshoeken.
Sterk is de serieuze aandacht voor wat men in de literatuur aanduidt als ‘spiritual struggle’, kwellende vragen over levensbeschouwing waarbij mensen zich verloren of verontwaardigd voelen. Wat lastiger is een bijdrage over psychose als spirituele ervaring - de samenstellers van de bundel geven dit zelf ook toe. Interessant is niettemin hoe het ‘both/and’-perspectief zich aandient: de religieuze ervaring laat zich begrijpen vanuit de psychopathologie, maar ook simultaan vanuit zingevingkaders.
Het meest aan te bevelen vind ik de bijdrage door de klinisch psycholoog Craigie: het betreft een serie aan tips, hoe de professional sensitief kan zijn voor thema’s die te maken hebben met zingeving, en hoe deze thema’s een extra impuls aan het behandelcontact kunnen geven. Origineel is de bespreking van transcendentie als manier van het overstijgen van interpersoonlijke of psychiatrische problemen, aangeduid als ‘letting go’. Dit hoofdstuk voelde aan als een langverwachte supervisie.
De hoofdstukken zijn goed verankerd in relevante literatuur. Wat nog mist, is een wat strakker conceptueel kader van narratieven, maar de vele variaties maken wel nieuwsgierig naar de zowel klinische als wetenschappelijke verdere verkenningen waar deze bundel toe uitnodigt.
A. Braam, psychiater, Utrecht