The little book of child and adolescent development
Dr. Karen Gilmore is kinder- en jeugdpsychiater en als clinical professor Psychiatry en senior consultant verbonden aan het centrum voor psychoanalytische training en onderzoek van de Columbia Universiteit in New York. Pamela Meersand is psycholoog en als associate clinical professor of Medical Psychology in Psychiatry verbonden aan dezelfde instelling.
De titel van dit boekje lijkt met ironie gekozen. Het is weliswaar letterlijk klein van formaat en het is ook met 236 pagina’s bescheiden van omvang. Het onderwerp echter, een beschrijving van de hedendaagse ideeën over de mentale ontwikkeling van een mens, is verre van klein. Te meer daar de auteurs er naar mijn idee goed in slagen om het beschikbare wetenschappelijk onderzoek over de ontwikkelingstheorieën gedegen te bespreken, ook dat van psychoanalytische signatuur.
Het boek is ingedeeld in negen hoofdstukken waarin de bekende levensfasen zoals babytijd, peutertijd, kleutertijd met de belangrijke structurerende oedipale fase, latentie en vroege en late adolescentie aan bod komen. Tevens is er een hoofdstuk gewijd aan de ‘Emerging adulthood’ (Arnett e.a. 2014): de ontwikkeling in het derde levensdecennium.
Het boek leest vlot, elk hoofdstuk eindigt met een korte samenvatting, de index is goed en er is een kleine sectie met uitleg van gebruikte begrippen. In het eerste hoofdstuk bepalen de auteurs hun psychoanalytisch georiënteerde positie in het discours over de sociaal-emotionele ontwikkeling in de 21e eeuw. Zij laten overtuigend zien dat de psychoanalyse sinds Freud niet heeft stilgestaan, essentiële wetenschappelijke gegevens heeft aangeleverd, en een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de conceptualisering in het vak van de kinder- en jeugdpsychiatrie.
In een laatste hoofdstuk staan de auteurs stil bij de essentiële vraag: waarom ontwikkeling bestuderen? Zij laten zien dat gedegen kennis van de ontwikkeling de gelaagdheid van het mentale niveau van het individu inzichtelijk maakt. Interactiepatronen kunnen beter worden herkend en sterke en zwakke elementen in het functioneren met alle bijbehorende dynamische aspecten in kaart gebracht, waarmee de therapeutische mogelijkheden als het ware zichzelf aandienen.
In een tijd waarin de maatschappelijke ontwikkelingen de kinder- en jeugdpsychiater dwingen tot een herformulering van het vak, wellicht uitgelokt door een al te grote overhang naar het medisch model van de mainstream van haar beoefenaren, kan dit kleine werk er ons opnieuw van doordringen dat de kinder- en jeugdpsychiatrie bij uitstek een integratieve, in tegenstelling tot een louter medische, insteek vergt. Kennis van ontwikkeling is niet slechts een toevoeging aan de medische nosologie, maar een onontbeerlijke bron om na het stellen van de diagnose, naast eventuele medicatie, een zinvolle bijdrage aan de behandeling van het kind te kunnen leveren. The little book of child and adolescent development kan hierbij, mede dankzij de psychoanalytische oriëntatie, een startpunt zijn. Een aanrader dus voor iedere professional die met kinderen werkt.
- Arnett JJ, Žukauskienė R, Sugimura K. The new life stage of emerging adulthood at ages 18-29 years: implications for mental health. Lancet Psychiatry 2014; 1: 569-76.
Oxford University Press,
Oxford 2015
236 pagina’s,
isbn 978-01-998-9922-7,
£ 27,99
M.G.J. Schmeets, psychiater, psychoanalyticus, Driebergen