Maak buigzaam wat verstard is. Buytendijk en de Katholieke Centrale Vereniging voor Geestelijke Volksgezondheid
Deze bijdrage over Frederik Jacobus Johannes Buytendijk (1887-1974) is verschenen naar aanleiding van het 85-jarige bestaan van het ksgv, het Kenniscentrum voor levensbeschouwing en geestelijke volksgezondheid. Met de figuur van Buytendijk kijkt het ksgv naar haar eigen geschiedenis. Sinds 1948 tot aan zijn dood was hij voorzitter van de Katholieke Centrale Vereniging voor Geestelijke Volksgezondheid, de voorloper van het ksgv. In 1937 had hij zich van de gereformeerde kerk bekeerd tot het katholicisme. Tijdens de jaren van zijn voorzitterschap tot aan zijn emeritaat in 1957 was hij hoogleraar Psychologie in Utrecht en buitengewoon hoogleraar in Nijmegen. Wetenschappelijk is hij vooral bekend als toonaangevend fysioloog en fenomenoloog.
Het boek belicht de eerste vijftien jaar van zijn voorzitterschap, van 1948 tot 1963. Het was voor de katholieken een woelige periode van ontvoogding ten opzichte van de kerkelijke moraal. Vooral de problematiek van huwelijk en seksualiteit was een heet hangijzer. Met zijn voorzitterschap droeg Buytendijk sterk bij aan de emancipatiebeweging. Hij organiseerde bijeenkomsten waarin clerici die vooral de kerkelijke moraal wilden verdedigen, en academisch gevormde leken die vooral pleitten voor gewetensvrijheid, vrijuit konden discussiëren.
De eerste hoofdstukken van het boek gaan over het leven en het werk van Buytendijk. In het middengedeelte bespreekt de auteur enkele inhoudelijke thema’s die toen heel belangrijk waren: de verhouding tussen leken en clerici, de seksuele opvoeding van kinderen, het huwelijk en de geboortebeperking, en het celibaat van de clerici. Daarbij komen vooraanstaande figuren uit de naoorlogse katholieke beweging naar voren, zoals Fortmann, Ruygers, Trimbos, Bartels en Bless. In de laatste hoofdstukken gaat het over de vernieuwende bijdrage van Buytendijk en het bredere historisch perspectief van de katholieke emancipatie.
Het is een vooral historisch boek, waarin de geschiedenis van de katholieke beweging, maar ook een belangrijke ideeëngeschiedenis voor heel Nederland wordt ontwikkeld. Veelbesproken thema’s en argumentaties uit het boek zouden kunnen overkomen als niet meer relevant voor onze tijd. Toch is deze geschiedenis essentieel om de huidige situatie beter te begrijpen. Bovendien zijn bepaalde thema’s uit het boek nog zeer actueel. De verhouding tussen lichaam en geest, of in hedendaagse concepten, tussen hersenen en psychisch leven, is nog steeds een fundamenteel thema. Ook de funeste tweedeling tussen geestes- en natuurwetenschappen, waarbij de methodologie van de natuurwetenschappen de geesteswetenschappen steeds meer domineert, is brandend actueel.
A. Liégeois, theoloog en ethicus, Leuven