The psychiatric interview in clinical practice (3e ed.)
Dit uitgebreide leerboek gaat in op de klinische praktijk van psychiatrische gespreksvoering. De auteurs beschouwen het psychiatrisch interview als de kern van ons vak, overigens zonder af te doen aan het belang van (neuro)wetenschappelijke kennis.
Na bespreking van enkele algemene principes volgen hoofdstukken over verschillende klinische syndromen, zoals de patiënt met een narcistische persoonlijkheidsstoornis, met een depressieve stoornis, met borderlinepersoonlijkheidsstoornis, met paranoïdie en met een psychotische stoornis. Hierbij valt op dat de auteurs afwisselend as I- en as II-beelden bespreken. Hierdoor zijn de hoofdstukken veel meer ingedeeld op presentatie van symptomen, dan op diagnose/classificatie. Dit is een logische keuze omdat de diagnose in de praktijk pas in een later stadium gesteld wordt. Per hoofdstuk is er aandacht voor de presentatie van symptomen en classificatie (dsm-5) bij stoornissen, differentiële diagnoses, het leiden van het gesprek en specifieke te verwachten overdrachten en tegenoverdrachten.
Het boek is primair bedoeld voor psychiaters in opleiding. Ik ben van mening dat het voor deze doelgroep een belangrijke toevoeging is aan de bestaande leeslijst. In de opleiding wordt de competentie ‘gespreksvaardigheid’ vaak impliciet en in de praktijk aangeleerd, zonder hierbij terug te vallen op specifieke literatuur. Dit boek zou wat meer structuur en houvast kunnen bieden voor de beginnende arts die nog zoekende is hoe de gespreksvoering in de psychiatrische praktijk verschilt van de algemene anamnesevoering met niet-psychiatrische patiënten.
Hierbij moet ik wel opmerken dat de auteurs uitgaan van een sterk psychoanalytisch perspectief, dat in de Angelsaksische landen wellicht meer op de voorgrond staat dan in de Nederlandse traditie. Echter, het gekozen perspectief kan misschien juist wel meer structuur en houvast geven omdat het inzichtelijker maakt waarom bepaalde problemen optreden in de gespreksvoering. Daarvoor is diepgaandere kennis nodig van de psychodynamiek, die overigens in één van de eerste hoofdstukken wordt behandeld.
Een ander belangrijk pluspunt is dat het boek heel actueel is, bijvoorbeeld doordat alle informatie over classificaties aan de dsm-5 is ontleend en omdat er specifieke hoofdstukken instaan over hoe om te gaan met e-mailverkeer met patiënten.
Al met al zeker een lezenswaardig en aan te raden boek voor psychiaters in opleiding en misschien ook voor meer ervaren psychiaters die weer eens stil willen staan bij de basis: gespreksvoering met psychiatrische patiënten.
B. Bus, psychiater, Nijmegen