Schematherapie in de klinische praktijk. Een complete gids voor individuele, groeps- en geïntegreerde behandeling met schemamodi
Dat schematherapie steeds meer terrein wint als succesvolle therapie voor diverse stoornissen, is inmiddels goed bekend. De beschikbare literatuur is uitgebreid met twee prachtige boeken.
Met het verschijnen van het boek Schematherapie in de klinische praktijk van Farrell, Reiss en Shaw wordt deze behandelvorm wat mij betreft steeds toegankelijker. De auteurs hebben hun krachten gebundeld en dit boek is een beslag van hun jarenlange (30 jaar!) pionierswerk. De auteurs hebben veel onderzoek gedaan met deze behandelvorm en hebben die toegepast in zowel individuele als groepstherapeutische behandelingen. Zij werken vooral met de schemamodi.
Het programma is transdiagnostisch en bedoeld voor diverse behandelsettings en programma’s van uiteenlopende duur. Ze beschrijven de verschillende fasen van de behandeling met aandacht voor psycho-educatie, modusbewustwording, modusregulatie en ervaringsgericht moduswerk. In het boek geven zij een overzicht van alle interventies, planning van de therapiesessie en de eventuele integratie van individuele sessies met groepssessies. De interventies worden goed beschreven, waarbij de therapeut veel handvatten aangereikt krijgt. Tevens worden de sessies gedetailleerd beschreven. Via de website kan de lezer de werkbladen en ander materiaal downloaden.
Met dit handboek heeft de therapeut veel flexibiliteit om te kiezen welke interventies passen bij het individu en de fase in de behandeling. Dat maakt dit boek goed bruikbaar in de klinische praktijk.
Het boek Schematherapie en de gezonde volwassene onder redactie van Claassen en Pol sluit goed aan bij de opvatting dat er binnen therapieën soms te weinig aandacht is voor de gezonde kanten van een patiënt. Bij schematherapie is een van de doelen om de gezonde volwassene te verstevigen. Dit boek richt zich vanuit allerlei verschillende disciplines op juist dit aspect. Schematherapie biedt het raamwerk waarbinnen verschillende interventies ingezet kunnen worden. De hoofdstukken zijn helder van opbouw, waarbij er veel aandacht is voor onderzoek.
Het eerste deel van het boek geeft een overzicht van schematherapie en hoe deze zich verhoudt tot andere psychotherapieën. Daarnaast is er een mooi hoofdstuk over zelfcompassie. In het tweede deel van het boek zijn diverse hoofdstukken opgenomen die bespreken met welke therapievormen, inclusief de non-verbale therapieën, men kan werken aan het verstevigen van de gezonde volwassene. Auteurs maken veel gebruik van praktijkvoorbeelden. Het enige nadeel is dat er wat overlap zit in de inleidende delen van elk hoofdstuk, maar ik heb dat niet als hinderlijk ervaren.
Alle therapeuten, zowel beginners als gevorderden, die werken met schematherapie kan ik beide boeken sterk aanbevelen. Het boek van Farrell e.a. biedt een schat aan nieuwe creatieve interventies. Daarbij is het boek van Claassen en Pol een mooie aanvulling, waarbij met name in de laatste fase van de therapie gebruik kan worden gemaakt van de beschreven interventies. Pareltjes!
M. Zonder, psychiater, Tiel