Het brein van farao tot fMRI. Een fenomenale ontdekkingsreis
Met veel plezier heb ik Het brein, van farao tot fmri van Kees Brunia gelezen. De auteur was mij tot voor dit boek onbekend en ook was me niet duidelijk voor welk publiek dit boek bedoeld was: voor de wetenschapper die nog een mooi overzicht wil, of voor de leek die een introductie aan kan? Ik wist dus niet wat me te wachten stond.
Het boek begint al meteen goed: een prachtig tractaat over de Egyptische oudheid, en de (overigens bescheiden) rol van het brein daarin. Wat meteen opvalt, zijn de schitterende illustraties die het boek larderen. Prachtige aantekeningen uit originele werken, kunstwerken in kleur en proefopstellingen van fundamentele ontdekkingen. (Ik herrinner me mijn eigen uitgever die met een scheef mondje vertelde dat kleurillustraties wel erg duur zijn. Brunia had duidelijk een andere uitgever dan ik). Het boek bestaat uit korte behapbare paragrafen, die soms een wat staccato aspect aan het lezen geven, maar het wel mogelijk maken om dit boek gedoseerd te consumeren.
Wat me opvalt, is dat dit boek niet alleen de geschiedenis van het brein (of beter: het denken over het brein) doceert, maar eigenlijk de geschiedenis van de geneeskunde. De ontdekking van de bloedsomloop en de ontmaskering van de sappenleer staan centraal. Pas als de functie van het hart duidelijk wordt, kan die van het brein daarvan onderscheiden worden. Zeer mooi is de uitvoerige beschrijving van Galenus en zijn noeste arbeid. Van veel grondleggers van onze huidige kennis kennen we de naam nog uit een anatomische structuur (de cirkel van Willis) of een klinisch syndroom (de parese van Bell). Het is bijzonder interessant om te lezen hoe Brunia ze de juiste plek in de chronologie geeft en hun bijdragen op waarde schat.
Men moet wel een sterke maag hebben en niet te veel dierenliefde om dit boek volledig door te nemen, want de experimenten die de arme muizen, apen en, het allerergste, honden moeten ondergaan om onze huidige kennis te onderbouwen zijn werkelijk gruwelijk. Wat een dierenleed schuilt er achter onze fysiologie- en anatomieleerboeken!
Opvallend voor een auteur die zowel in geneeskunde als in psychologie is opgeleid, is de afwezigheid van Skinner en Pavlov. De kennis over de fysiologie en anatomie van het brein wordt prachtig beschreven, maar die van cognitie is wat beknopt. Misschien maar goed ook, want 431 pagina’s is best veel. Maar zeer de moeite waard!
I.E. Sommer, psychiater, Utrecht