Handboek destigmatisering bij psychische aandoeningen. Principes, perspectieven en praktijken
Goede wijn behoeft geen krans. Toch moet ik dit Handboek destigmatisering bij psychische aandoeningen als eerste oorspronkelijke stigma-naslagwerk in het Nederlandse taalgebied, veel lof toezwaaien. Wat maakt dit boek zo bijzonder? In de eerste plaats biedt het een compleet overzicht over wat psychiatrisch stigma inhoudt en hoe het een ravage aanricht bij mensen met een psychische kwetsbaarheid. Daarnaast worden de bestaande empirische onderzoeksgegevens over stigma zo zorgvuldig beschreven, met helder taalgebruik en inhoudelijke accuraatheid, dat die veel beter begrijpbaar zijn dan de oorspronkelijke publicaties waarnaar ze verwijzen, wat op zich een grote verdienste is. En ten slotte, omdat de auteurs het lef hebben te wijzen op de verantwoordelijkheid en het aandeel van hulpverleners zelf - zowel in de geestelijke gezondheidzorg als in de somatische zorg - bij het induceren en in stand houden van stigma.
Het boek bestaat uit 3 grote delen: een conceptueel kader om te starten, vervolgens een deel over destigmatiseringsstrategieën en -interventies, en als laatste een aantal verdiepingshoofdstukken. Voor elk van deze delen is er nog bijkomende informatie beschikbaar op een speciaal daartoe ontwikkelde studentenwebsite, waarnaar in het boek verwezen wordt met een icoontje. Op deze manier gaan gedrukte en digitale informatiebronnen naadloos in elkaar over en bieden ze de lezer een schat aan complementaire inzichten. De link tussen stigma, herstel en empowerment vormt de rode draad in het verhaal, en bewijst eens te meer dat de recente paradigmashifts in de geestelijke gezondheidszorg ook voor stigma gunstige effecten sorteren.
Een aantal eervolle vermeldingen voor uitzonderlijke hoofdstukken, als tip voor lezers die selectief te werk willen gaan. Jim van Os schrijft een boeiend essay over semantische keuzes die stigma vergroten. Hoewel de stigmavakliteratuur hieromtrent niet eenduidig is, scoort hij met zijn interne paradox die bestaat in het creëren van negatieve verwachtingen als gevolg van onze taal en concepten over psychische aandoeningen, zeker een sterk punt. In hoofdstuk 12, over stigma in de vroege stadia van psychose, wordt dezelfde lans gebroken voor het normaliseren van psychotische ervaringen, om jonge mensen met ultrahoog risico te behoeden voor uitsluiting. De hoofdstukken over het belang van trauma en slachtofferschap en over de interculturele aspecten van stigma zijn ook goed uitgewerkt en bieden een meerwaarde binnnen de huidige stigmaliteratuur.
Wie moet dit boek lezen? Liefst iedereen. Voor studenten, zowel in de algemene als geestelijke gezondheidszorg, is het verplichte kost.
K. Catthoor, psychiater, Antwerpen