Avonturen in de mens
Het omslag van Avonturen in de mens toont een lichaam dat vormgegeven is als een plattegrond, waarmee de Schotse huisarts Gavin Francis zijn liefde toont voor reizen en geografie. Het is niet verwonderlijk dat een avonturier als Francis, die de geneeskunde beoefende in Afrika, India en op zowel de Noord- als de Zuidpool, het lichaam beschrijft als een driedimensionale landkaart, van hersenen tot tenen. Dat op zich is niet nieuw want van oudsher bestaan er al atlassen van de anatomie van de mens.
Wat Avonturen in de mens een bijzonder boek maakt, is dat Francis erin slaagt zijn opleiding tot arts een persoonlijk cachet te geven, waarin bijzondere leermeesters figureren. Zoals de ene longarts die zweert bij de subtiele fysische diagnostiek van de percussie, terwijl de ander dat afdoet als een vorm van frenologie en meent dat alleen een röntgenfoto adequaat uitsluitsel kan geven; een controverse die ik me van mijn eigen opleiding nog herinner.
Het is niet alleen de opleiding die figureert in het boek, maar ook de eigen patiënten, die allen een verhaal hebben dat aanleiding geeft tot verdere verdieping in de geschiedenis van de geneeskunde, van Hippocrates tot Willem Kolff. Over de nier schrijft Francis bijvoorbeeld dat Aristoteles al wist dat de nieren urine uit het bloed filteren, maar dat in de 15de eeuw Gabriele de Zerbis nog dacht dat ‘de bovenste helft van de nier het bloed opnam en vervolgens zeefde door een membraam in het midden’. De Zerbis kwam op een onprettige manier om het leven, nadat hij in Constantinopel zonder succes een lid van het Ottomaanse hof had behandeld. De Zerbis werd gemarteld en ‘doormidden gezaagd, net als de nieren die hij had ontleed’. Dit soort vertellingen maken het boek, maar ook het vak, buitengewoon levendig.
Voor de psychiater staat wellicht de ontwikkeling van de elektroconvulsieve therapie (ect) door Cerletti en Bini het dichtst bij. Het idee dat ect van nut zou kunnen zijn, werd uitgeprobeerd op een man met een psychose die opgepikt was op het treinstation van Rome. Het zou nu ondenkbaar zijn.
Hoewel er feitelijk niets nieuws in Avonturen in de mens staat, geeft het wel een mooi beeld hoe het is om arts te zijn, wat veel meer is dan het vrijwel gedachteloos uitvoeren van een protocol en ook meer dan zoals de Engelse schrijfster Hilary Mantel opmerkt dat ‘verpleegkundigen en artsen een elite vormen die zichzelf, om door te kunnen pakken, selecteert op basis van voldoende ongevoeligheid’.
H. Hovens, psychiater, Leiden