Psychiatric expert testimony. Emerging applications
Dit boek beschrijft welke (nieuwe) kennis op het gebied van psychiatrie en psychologie geschikt is om te worden gebruikt door forensisch deskundigen in een civiele zaak of een strafzaak. De auteurs bespreken aan welke criteria een theorie of methode dient te voldoen om door een rechtbank te worden geaccepteerd. Zij besteden relatief veel aandacht aan juridische aspecten.
Doordat het boek vooral verwijst naar het Amerikaanse rechtssysteem zijn de juridische passages beperkt van toepassing op de Nederlandse situatie. Ook de plaats van de forensisch deskundige in Amerika is anders dan bij ons. In het Amerikaanse recht kent men een accusatoir systeem waarbij de confrontatie tussen de aanklager en de advocaat van de verdachte centraal staat. Beiden proberen de rechter (of de jury) van hun gelijk te overtuigen. In Nederland is er bij strafzaken een inquisitoire (onderzoekende) rechtspleging. Hierbij is de officier van justitie gericht op waarheidsvinding. In het Amerikaanse systeem is het risico groter dat een getuige-deskundige een eenzijdige beoordeling van de zaak geeft.
Een voorbeeld hiervan is de deskundige die een fmri wilde inzetten als leugendetector. Deze betoogde dat in studies is aangetoond dat bij liegen bepaalde hersengebieden actief zijn (gerelateerd aan de activatie van het autonome zenuwstelsel). Dit gaat er echter aan voorbij dat dergelijke uitkomsten (wellicht) in een laboratoriumstudie zijn aan te tonen, maar dat dit anders ligt bij verdachten. Zo gaat bij psychopathie het liegen niet gepaard met een verhoogd niveau van arousal.
Er is een interessant hoofdstuk over de relatie tussen parasomnia’s en delictgedrag. Bij deze stoornissen kan het in uitzonderlijke gevallen komen tot agressief of seksueel gedrag jegens een ander. Een voorbeeld van dit laatste is bij iemand in bed gaan liggen en daarbij seksueel contact entameren. Er worden ook zaken beschreven waarbij de verdachte het huis verlaat, met zijn auto ergens heen rijdt en een vrouw verkracht. De auteurs bespreken welke aspecten van belang zijn bij het beoordelen of dergelijk gedrag past bij een parasomnia.
Andere hoofdstukken gaan over delictgedrag in relatie tot autismespectrumstoornis, herhaald hersentrauma (o.a. bij boksers en militairen), designerdrugs en seksueel misbruik. De kwaliteit van de hoofdstukken wisselt. Zo staat er in het hoofdstuk over autismespectrumstoornis weinig nieuws.
Dit boek is door de sterke oriëntatie op het Amerikaanse rechtssysteem beperkt bruikbaar voor de Nederlandse situatie. Voor rapporteurs pro Justitia heeft dit boek te weinig te bieden.
J.W. Hummelen, psychiater, Warnsveld