Het Alice in Wonderland-syndroom; wat weten wij na 60 jaar?
achtergrond Het Alice in Wonderland-syndroom (aiws) werd in 1955 geconceptualiseerd als een groep vervormingen in de visuele waarneming, het lichaamsschema en de tijdsbeleving. Zestig jaar later geniet het nog altijd weinig bekendheid, hoewel het belangrijke diagnostische en therapeutische implicaties heeft.
doel Een overzicht bieden van de literatuur over het aiws.
methode Daartoe werd een literatuurstudie verricht in PubMed en de historische literatuur.
resultaten De search leverde 70 artikelen op met in totaal 169 gevalsbeschrijvingen. Uit deze artikelen blijkt dat het aiws vele oorzaken heeft, waaronder prominent neurologische, infectieuze en middelengerelateerde en soms ook psychiatrische. Bij volwassenen en ouderen worden vooral neurologische oorzaken beschreven en bij kinderen vooral encefalitiden. De behandeling dient zich te richten op de (vermoedelijke) onderliggende stoornis, hoewel geruststelling in de helft van de gevallen voldoende lijkt te zijn. Prevalentiecijfers zijn onbekend, maar studies in de algemene bevolking laten zien dat symptomen van het aiws niet zeldzaam zijn.
conclusie Het aiws verdient zorgvuldige aanvullende diagnostiek en - waar nodig - behandeling. Het dient niet te worden verward met schizofreniespectrumstoornissen en andere perceptuele stoornissen en het verdient een plek op de onderzoeksagenda van internationale classificaties zoals de dsm en icd.