Lichtgevoelig. Psychiaters – patiënten – portretten
Dit boek gaat over de vele raakvlakken tussen psychiatrie en fotografie. Het geeft niet alleen een historisch overzicht van deze relatie, maar maakt tevens inzichtelijk hoe de fotografie een vehikel is geweest voor de wetenschap (zoals de fysionomie in de tweede helft van de negentiende eeuw), politiek (bijv. tijdens de beweging die voor de-institutionalisering in Italië heeft gezorgd) en kunst.
Het vangt aan met een prikkelende inleiding, waarna alle auteurs hun perspectief op de genoemde raakvlakken geven. Pascal Sienaert besteedt aandacht aan het historische perspectief van de psychiatrische fotografie in de vorm van beschrijvingen (en uiteraard foto’s) van de vroegste fotografen die psychiatrische patiënten vastlegden. Ook geeft hij treffende voorbeelden van hedendaagse fotografieprojecten in psychiatrische ziekenhuizen.
Erik Thys deelt boeiende inzichten in de fotografische en cinematografische afbeeldingen van het gelaat. Hij geeft bovendien voorbeelden van gsm-fotografie door psychiatrische patiënten.
Steven Humblet reflecteert op de machtsbalans tussen de geportretteerde psychiatrische patiënt en de fotograaf.
Arnout De Cleene bespreekt op originele wijze de groepsportretfotografie in de psychiatrie middels een iconische foto van Emil Kraepelin, de Katatonikergruppe.
Ten slotte confronteert Kirsten Cat-thoor de lezer met zijn of haar eigen vooroordelen wanneer we portretten van onbekenden waarnemen. Ze schrijft vervolgens met veel gevoel voor nuance over de relatie tussen fotografie en (zelf)stigmatisering – bijvoorbeeld de mogelijke bijdrage van een krachtig portret van een specifieke patiënt aan destigmatisering van een groep patiënten. Eerder in het boek is overigens een prachtig voorbeeld te lezen van een project dat kan bijdragen aan destigmatisering: het kleurennegatief van fotografe Anneleen Louwes, waarbij de huid van blanke en donkere mensen even blauw wordt afgebeeld.
Het boek biedt een gebalanceerde bespreking van Vlaamse, Nederlandse en internationale fotografen die psychiatrische patiënten of ziekenhuizen hebben vastgelegd. Het wisselt voorbeelden van bekende fotografen (zoals Edward Steichen en Stephan Vanfleteren) en minder bekende fotografen (zoals Hugh Diamond en Albert Londe) af met werk van bekende neuropsychiaters (zoals Jean-Martin Charcot en Emil Kraepelin).
Hoewel de verhaallijn goed te volgen is, zou een verklarende woordenlijst met technische termen voor de minder fotografisch onderlegde lezer niet hebben misstaan. Een sterk voordeel van de indeling betreft de heldere referenties aan het einde van ieder hoofdstuk en de verwijzingen naar foto’s. Het boek is verder in enkele uren te lezen door de vlotte schrijfstijl en het vele beeldmateriaal. Het is door zijn vorm en inhoud aan te raden voor zowel de in fotografie geïnteresseerde psychiater als de in psychiatrie geïnteresseerde fotograaf.
J. Luykx