Helping kids in crisis. Managing psychiatric emergencies in children and adolescents
In de Nederlandse literatuur is er niet zoveel te vinden op het gebied van acute kinder- en jeugdpsychiatrie, op enkele hoofdstukken in handboeken na (Achilles e.a. 2014; Doreleijers e.a. 2013). Het boek Helping kids in crisis lijkt daarom op het eerste gezicht een nuttige aanwinst.
De auteurs werken op een psychiatrische crisisdienst voor jeugdigen in New York. Sinds de jaren 90 is er in de vs aldoor een stijging van het bezoek aan spoeddiensten gezien, o.a. door beddenreductie en kortingen op budgetten voor de ggz. Deze Amerikaanse context kan echter niet helemaal vergeleken worden met de Nederlandse, al is het kinder- en jeugdveld hier nog zo omgewoeld.
In de inleiding geven de auteurs aan dat ze vooral willen bereiken dat werkers in het veld zoals leraren, kinderartsen en maatschappelijk werkers leren om symptomen van een op handen zijnde psychiatrische crisis tijdig te herkennen, teneinde escalatie en een reis naar een spoeddienst te voorkomen. Crisisdiensten voor volwassenen of seh van algemene ziekenhuizen zijn slechte plekken om een psychiatrische behandeling te starten, want kinderen worden er bang en gestrest en bovendien is het personeel vaak niet getraind om hen te beoordelen, betogen zij.
De auteurs definiëren een kinderpsychiatrische crisis als allerlei afwijkend gedrag, zoals heftige agressie, suïcidaliteit, driftaanvallen, vreemd of riskant gedrag, bijvoorbeeld weglopen en lid zijn van een bende. Vervolgens onderscheiden ze urgente situaties van echte psychiatrische crises, die gelukkig zeldzaam zijn en terug te voeren op direct gevaar voor zichzelf of anderen.
De gedragsafwijkingen worden in zes fraaie hoofdstukken systematisch onder de loep genomen. De auteurs geven handvatten om de situatie in kaart te brengen, gevolgd door een differentiaaldiagnose, de-escalerende technieken en aanwijzingen ter preventie van een toekomstige crisis. Ieder hoofdstuk sluit af met een overzichtelijke beslisboom. Speciale aandacht krijgen delinquente jongeren en de rol van middelenmisbruik bij acute situaties. Hier komen ook de rollen van kinderbescherming en justitie meer in beeld. Er volgen tips om tijdig de weg in de reguliere hulpverlening te kunnen vinden en tot slot wordt gewezen op enkele evidence-based programma’s die opname kunnen voorkómen.
Het boek gaat dus vooral over het voorkómen van crisis. De titel is wat dat betreft een beetje misleidend. Opvallend afwezig in deze uitgave is informatie over dwangbehandeling en (medicamenteuze) interventie bij kinderen die al door alle vangnetten van zorg zijn gevallen. De crisisdienstmedewerker grijpt daarom hier en daar mis.
L.M. Dil