Psychoanalyse en psychoanalytische therapie in de praktijk
Met de regelmaat van de klok verschijnen er – al dan niet in Nederlandse vertaling – introducties in psychoanalytische psychotherapie (Dil e.a. 2012; Dijs e.a. 2007; Gabbard 2010; De Wolf 2002). Leveren al deze boeken nieuwe inzichten op? Toegespitst op het boek van Safran: heeft het een meerwaarde dit aan te schaffen, als je al in het bezit bent van één van de genoemde boeken? Mijn antwoord is zonder voorbehoud: ja.
Alleen al de inleiding, die de geschiedenis van de psychoanalyse plaatst tegen de historische en culturele achtergrond is de moeite meer dan waard om te lezen. De auteur houdt een pleidooi voor een terugkeer naar de cultureel subversieve, sociaal progressieve en politiek betrokken geest die ooit kenmerkend was voor de psychoanalyse in haar begintijd. Waar het de hedendaagse psychiatrie aan ontbreekt, is misschien wel een antropologische theorie waar de psychopathologie op zou kunnen stoelen. Durven wij ons nog wel de vraag te stellen: wat is de mens? Safran stelt die vraag en probeert die ook te beantwoorden. Zijn uitgangspunt is dat de doelen van psychotherapie worden bepaald door de waarden en overtuigingen over wat de definitie is van ‘het goede leven’.
In vijftien bladzijden schetst de auteur een vrij complete geschiedenis van de psychoanalyse, haar ontstaan, en ook de verschillende scholen met verwijzingen naar heel veel hedendaagse auteurs. Helder zet hij uiteen wat de egopsychologie en de objectrelatietheorie inhouden. Bijzonder voor een Engelstalig auteur is ook dat hij aandacht besteedt aan de lacaniaanse theorie.
Sleutelbegrippen van de psychoanalytische theorie zet Safran helder uiteen in hoofdstuk 3. Veel aandacht besteedt hij aan het therapeutische proces (hoofdstuk 4), waarbij hij de nadruk legt op de regulatie van affecten en bijzondere aandacht vraagt voor herstel van micro-relatiebreuken in de therapeutische relatie. Alles gelardeerd met veel casuïstiek.
Het boek sluit af met een beschouwing (hoofdstuk 5) over empirisch onderzoek naar de effecten van psychodynamische psychotherapie. De auteur verwijst onder meer naar een overzichtsartikel over acht verschillende meta-analyses (Shedler 2010). Daaruit blijkt dat psychoanalytische behandelingen een substantieel effect hebben en even effectief of effectiever zijn dan de meeste cognitieve en gedragstherapeutische behandelingen bij verschillende patiëntenpopulaties.
Samengevat: een heldere en originele inleiding in de psychodynamische psychotherapieën. Een aanrader voor elk beginnend psychotherapeut en psychiater (in opleiding).
M. Nijs