Handboek cognitieve gedragstherapie bij middelengebruik en gokken
Dit handboek is tot stand gekomen door een herziening van eerder gepubliceerde richtlijnen en protocollen van Resultaten Scoren (Kenniscentrum Verslaving). Het is een lijvig handboek geworden dat een goed overzicht geeft over de cognitief gedragstherapeutische interventies bij verslaving. Het boek is opgedeeld in vier delen.
Deel A (inleiding) geeft de wetenschappelijke onderbouwing van de cognitieve gedragstherapie (cgt) bij verslaving. In dit hoofdstuk komen componenten, varianten en voorwaarden van toepassen van cgt aan bod. Ook wordt cgt in relatie tot verwante behandelmethodieken beschreven.
In deel B beschrijven de auteurs uitvoerig de belangrijkste en meest kenmerkende interventies binnen deze cgt-behandeling. Bij elke interventie schetsen zij de achtergrond die aangeeft hoe de interventie is ontstaan, wat het doel is en hoe deze wordt toegepast. Eén van de beschreven interventies is het leren omgaan met trek (craving). Bekende verschijnselen waarmee craving in relatie wordt gebracht, zijn onder meer onthoudingsverschijnselen, controleverlies, spanningsreductie en cue-reactiviteit. Deze verschillende invalshoeken delen de aanname dat craving een hoogrisicosituatie is voor het continueren van gebruik en voor een terugval in gebruik. Daarmee is het leren omgaan met trek een belangrijk onderdeel van de cgt-behandeling van verslaving en onderdeel van het protocol.
Deel C omvat een beschrijving van de zes verschillende behandelprotocollen, te weten een korte en lange versie, voor individu en groep, voor cognitief beperkten en jongeren. Het basisprotocol, dat bestemd is voor individuele behandeling van een volwassene, is integraal opgenomen in het handboek. Dit protocol bestaat uit negen bijeenkomsten en zeven keuzebijeenkomsten. De sessies worden uitgebreid beschreven, waarbij er gebruik is gemaakt van veel voorbeeldteksten en een tijdsplanning.
In deel D behandelt men ten slotte een aantal capita selecta samenhangend met de uitvoering van cgt bij specifieke doelgroepen, aanvullende methodieken (eye movement desensitisation and reprocessing (emdr) en mindfulness) en het betrekken van naasten bij de behandeling. Tevens is er een hoofdstuk opgenomen over de farmacotherapeutische interventies bij het gebruik van alcohol, drugs en gokken. Het geeft de laatste stand van zaken. Auteurs bepleiten om de farmacotherapie te integreren in de psychosociale behandeling en daarmee dat het behandelteam multidisciplinair dient te zijn.
Dit handboek geeft een gedegen overzicht en tevens praktijkgerichte handvatten voor het werken met de cgt-technieken. Voor iedereen die werkzaam is in de verslavingszorg zouden deze technieken in de gereedschapskist moeten zitten. Als dat nog niet het geval is, is dit een onmisbaar boek. Ook voor hulpverleners die patiënten behandelen primair voor een andere psychiatrische stoornis, maar die ook kampen met verslavingsproblemen, is dit een handboek een aanrader.
M. Zonder