Introductory textbook of psychiatry (DSM-5, 6de ed.)
Deze zesde versie van het Amerikaanse standaardwerk is het eerst verschenen leerboek gebaseerd op de dsm-5. Beide auteurs zijn prominente Amerikaanse psychiaters die zowel wetenschappelijke als meer beschouwende populairwetenschappelijke werken hebben geschreven. Dat is te merken aan de vlotte en scherpe stijl van het boek. Zij beschrijven hoe psychiatrische concepten in de media en onze cultuur alom aanwezig zijn. Iedereen, van taxichauffeur tot minister, heeft een mening over psychiatrie en hoe omgegaan dient te worden met psychiatrische problemen. Hierbij gooien leken populaire psychologie en psychiatrie als medisch specialisme op één hoop.
De auteurs verdedigen met verve de psychiatrie als volwaardig medisch specialisme en maken een duidelijk onderscheid met de psychologie. Zij doen er nog een schep bovenop. Niet alleen is het een van de oudste specialismen, maar met gevoel voor Amerikaans sentiment benoemen zij de psychiatrie als ‘de boeiendste discipline binnen de geneeskunde. Psychiaters zijn specialisten die werken met het interessantste orgaan in ons lichaam, het brein. Het brein is intrinsiek fascinerend omdat het bijna alle aspecten van het functioneren van de rest van het lichaam controleert, evenals de manier waarop mensen met elkaar communiceren en met elkaar omgaan’ (p. xi-xii).
Het boek is opgebouwd uit drie delen. In het eerste deel wordt achtergrondkennis gedeeld over diagnosticeren en classificeren met de dsm en wordt benadrukt dat de psychiatrie een gewoon onderdeel is van de gehele geneeskunde. De psychiatrie heeft een helder classificatiesysteem nodig omdat wij nog weinig weten over de etiologie en vrijwel geen aanvullend onderzoek tot onze beschikking hebben bij het stellen van de diagnose.
Zonder dat specifiek te bespreken maken de auteurs hier dus wel een impliciet onderscheid tussen een klinische diagnose en de dsm-classificatie. Zij benadrukken hierbij dat diagnoses niet louter ‘labels’ moeten zijn, al was het maar om stigmatisering te voorkomen. Zij vinden het de verantwoordelijkheid van de clinicus om het onderscheid tussen lekeninterpretaties over allerlei psychiatrische problemen en een psychiatrische stoornis als ziekte duidelijk te maken.
Ze gaan ook in op de geschiedenis van de dsm en de relevante aspecten uit de discussies die in aanloop naar de dsm-5 zijn gevoerd, zonder overigens de dsm als een keuze uit meerdere beschikbare classificatiesystemen te benoemen.
De beschrijving van de anamnese en het psychiatrisch onderzoek is iets anders geordend dan we in Nederland gewend zijn. De verschillende cognitieve functies worden apart besproken en de conatieve stoornissen zijn wat onderbelicht. Dit deel besluit met een kort overzicht van de neurobiologische en genetische aspecten van psychiatrische stoornissen.
Het tweede deel beschrijft in 14 hoofdstukken bondig de verschillende psychiatrische stoornissen volgens de dsm-5. In het laatste deel komen de speciale onderwerpen aan bod: spoedeisende psychiatrie, juridische aspecten, psychotherapie, psychofarmacologie en elektroconvulsietherapie.
Hoewel het boek door gebrek aan illustraties en figuren nogal droog oogt, werden wij meegesleept door de opvallend heldere en beknopte stijl van de schrijvers. Het plezier in het vak spat van de pagina’s af. De auteurs slagen er tegelijkertijd in niet commercieel of oppervlakkig te worden. De inhoud is in het algemeen up-to-date en to-the-point zonder te kort door de bocht te zijn. De dsm-criteria worden in overzichtelijke tabellen weergegeven. Elk hoofdstuk sluit af met toetsvragen. Hierdoor is het zeer bruikbaar voor studiedoeleinden. Jammer genoeg maken de auteurs weinig gebruik van casussen. De casussen die in het boek staan, komen niet terug in de verdere tekst waardoor ze slechts illustraties blijven en weinig verdieping aan de stof geven. De juridische aspecten verschillen van de Nederlandse situatie. Niet alle medicatie sluit volledig aan bij onze richtlijnen of is soms niet in Nederland geregistreerd, zoals ziprasidon en lirasidon die worden aanbevolen als alternatieven bij gewichtstoename.
Hoe verhoudt dit Amerikaanse leerboek zich tot ons standaardwerk Leerboek psychiatrie onder redactie van Hengeveld en Van Balkom (2010)? Qua leesbaarheid, eenheid van stijl en evenwichtige inhoud heeft het boek van Black en Andreassen zeker voordelen. Het enthousiasme voor het vak en de duidelijke stellingname kunnen de belangstelling van medisch studenten voor de psychiatrie stimuleren. Uiteraard mist een aantal relevante aspecten voor de Nederlandse situatie, maar we zouden dit leerboek toch graag als waardevolle aanvulling willen aanbevelen voor zowel studenten geneeskunde als beginnende artsen in opleiding tot psychiater.
- Hengeveld MW, van Balkom AJLM, red. Leerboek psychiatrie (2de herz. dr). Utrecht: De Tijdstroom; 2010.
L. van Leeuwen, O. de Peuter, R. Van