Gabbard’s Treatment of psychiatric disorders. Fifth edition/DSM-5 edition
De eerste editie van dit tekstboek verscheen in 1989. Het betrof een zeer omstandig rapport in 4 delen van een werkgroep van de American Psychiatric Association over de behandeling van psychiatrische stoornissen. In 1995 verscheen een tweede editie, in 2001 een derde editie: telkens 2 delen. In 2007 verscheen de vierde editie als ‘mono-uitgave’. Een vijfde editie werd uitgesteld tot de publicatie van dsm-5. Sinds de tweede editie ligt de eindredactie in de handen van Glen O. Gabbard, die ook zijn naam aan het tekstboek verleent. Deze gepersonaliseerde titel klinkt wat vreemd voor een breed omvattend en gedragen tekstboek.
Bij deze vijfde editie werd gekozen voor een exclusiever focus op behandeling (minder op diagnostiek). Aan de auteurs werd gevraagd om – naast de klassieke evidentie uit gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek, en wanneer deze evidentie niet aanwezig was – ook aandacht te hebben voor ongecontroleerde studies en klinische ervaring. De indeling van vorige edities werd weliswaar aangepast aan de dsm-5-classificatie, maar toch werden in meerdere secties stoornissen samengebracht die in de dsm-5 gescheiden zijn: bijv. bipolaire en verwante stoornissen en depressieve stoornissen, angststoornissen en obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen. Per sectie werden redacteuren aangesteld. De hoofdstukken werden vervolgens geschreven door een indrukwekkend groot aantal experts.
Eigen aan grote naslagwerken met talrijke auteurs en redacteuren, verschillen de delen en hoofdstukken in belangrijke mate wat betreft vorm, inhoud en volledigheid: het is dan ook eerder een bundeling van afzonderlijke teksten dan een uniform tekstboek. Ook lijkt de grootte van de hoofdstukken en paragrafen vooral arbitrair bepaald (door ijver en interesse van de auteurs): bijv. farmacologische behandeling van psychose 18 pagina’s, bipolaire stoornis 25 pagina’s, depressieve stoornis 26 pagina’s, hersenstimulatie van stemmingsstoornissen 34 pagina’s (bijv. 2,5 pagina voor ect, 9 pagina’s voor transcraniële magnetische stimulatie).
Het praktisch gebruik wordt bemoeilijkt door: veel doorlopende tekst met relatief weinig tabellen of schema’s, vooral opsomming van data met weinig samenvatting in richtlijnen, monotone lay-out (zwart-witte tekst, geen kleuren). De belangrijke troef van dit tekstboek is dan weer de combinatie van biologische en psychosociale behandelingen.
Al bij al is deze vijfde editie een degelijk, maar onvolledig naslagwerk. Ik vraag me af in welke mate het nog realistisch is de behandeling (biologisch en psychosociaal) van alle psychiatrische stoornissen in één tekstboek te willen wringen. Waarschijnlijk is een clinicus meer gebaat met afzonderlijke tekstboeken (aan één stoornis gewijd) waarin men informatie over zowel diagnose als behandeling combineert. Dit vraagt weliswaar meer ruimte in de boekenkast en weegt zwaarder in de portemonnee, maar is meer conform de complexe en uitgebreide realiteit van het psychiatrisch werkveld.
J. De Fruyt