Cognition in major depressive disorder
Dit 92 bladzijden tellende boekje kan ik het beste omschrijven als een uit de kluiten gewassen overzichtsartikel rond alle aspecten gerelateerd aan cognitie bij de majeure depressieve stoornis (mds), waarin alle relevante hierover gepubliceerde literatuur wordt geïnventariseerd en besproken.
Het leuke aan dit boekje is dat het zich niet enkel focust op onderliggende neurobiologische correlaten van de verstoorde cognitieve processen bij depressie, maar ook ruimschoots aandacht biedt aan de meer klinisch georiënteerde vragen. Zo wordt al snel de link gelegd met verstoorde emotieregulatie zich uitend in piekergedrag, probeert men een genuanceerd antwoord te formuleren op de trait- dan wel state-effecten van mds op cognitie en neemt men het verband tussen cognitieve uitval en functionele uitkomst onder de loep.
Een apart hoofdstuk is gewijd aan de effecten van de verschillende mogelijke behandelingen gericht op het cognitief functioneren bij mds. Daarbij besteedt men ook aandacht aan het hele gamma van behandelingen: niet alleen medicatie, maar ook psychotherapie waaronder cognitieve remediatie en neuromodulatie, alsook aan de impact van bijwerkingen van die behandelingen op de cognitie.
Elk hoofdstuk start overzichtelijk met een kadertje waarin de auteurs een aantal key points samenvatten. Daarnaast wordt de tekst regelmatig afgewisseld met een aantal handige en overzichtelijke illustraties of schema’s. Alle hoofdstukken blijven echter beknopt, wat het geheel vlot en aangenaam leesbaar maakt.
Ik zou dit werk dan ook durven aanbevelen aan alle psychiaters en psychologen die dagelijks met patiënten met mds aan de slag gaan, omdat het een beter inzicht verschaft in dit veelvoorkomende en vaak onderschatte symptoomcluster bij mds.
D. Schrijvers