Motiverende gespreksvoering. Mensen helpen veranderen (3de editie)
Op 3 oktober 2005 werd in een zaaltje in het Amsterdams Medisch Centrum het eerste exemplaar van de Nederlandse vertaling van het boek Motivational interviewing, Preparing people for change (2de editie) uitgereikt aan William R. Miller, een van de twee schrijvers. Vanaf die dag had Nederland een uitstekend, toegankelijk handboek dat de kern weergaf van wat hulpverlenen is. In de volgende jaren kwamen meer handboeken op de markt, gericht op een bepaalde setting, zoals Werken aan gedragsverandering als je maar 7 minuten hebt (Rollnick e.a. 2009), of een bepaalde doelgroep, bijvoorbeeld jongeren en jongvolwassenen (Naar-King & Suarez 2012). Maar in elk boek bleef het basisprincipe overeind: motiverende gespreksvoering is een directieve, cliëntgerichte manier van hulpverlenen, waarbij geprobeerd wordt gedragsverandering mogelijk te maken, door cliënten te helpen ambivalentie en twijfels over hun gedrag te verhelderen, te onderzoeken en op te lossen.
Inmiddels is het 2014 en op 15 juni werd tijdens de conferentie ‘Motiverende Gespreksvoering’ in Amsterdam aan William Miller de Nederlandse vertaling van de derde editie uitgereikt.
Wat gelijk opvalt, is dat de derde editie twee keer zo dik is als de tweede. Het boek is opgedeeld in zeven delen. Na een korte inleiding over wat motiverende gesprekvoering is, volgt een verdere uitwerking aan de hand van vier processen, die na elkaar plaatsvinden in het hulpverleningsgesprek, maar ook door elkaar heen kunnen lopen. Het zesde deel gaat over hoe je motiverende gesprekvoering daadwerkelijk toe kan passen in de praktijk en onderstreept nogmaals het belang van coaching en intervisie na een introductietraining. In het laatste deel gaan de auteurs uitgebreid in op wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkeling van motiverende gesprekvoering.
De indeling in vier processen is nieuw en geeft weer wat de taken van de hulpverlener zijn. Het begint bij engageren, waarbij de focus ligt op het aangaan van een goede werkrelatie. Engageren leidt vervolgens tot focussen op de agenda van de cliënt. Wanneer er overeenstemming is tussen hulpverlener en cliënt over de uitgezette koers, gaat de aandacht naar het ontlokken van verandertaal en wordt er toegewerkt naar de daadwerkelijke verandering. Uiteindelijk komen we uit op het plannen, wat zowel het ontwikkelen van de vastbeslotenheid om te veranderen omvat als het formuleren van een actieplan.
Per deel beschrijven de auteurs aan de hand van talrijke technieken in rijtjes en lijstjes en met voorbeelden hoe je als hulpverlener je cliënt het beste kan begeleiden. Hierbij valt op dat de schrijvers geprobeerd hebben om de verschillende vragen die in de vorige editie nog niet uitgekristalliseerd waren, in deze editie wel te beantwoorden. Zo gaan ze uitgebreid in op de schijnbare tegenstelling tussen aan de ene kant de directieve stijl van motiverende gesprekvoering en aan de andere kant de kernprincipes, zoals respect voor de autonomie van de cliënt. Was de tweede editie nog te vergelijken met een topografische kaart met hoofdwegen en zijwegen, in deze derde editie hebben zij alle details verder ingekleurd. Hierdoor ontstaat er een compleet beeld van motiverende gesprekvoering. Het heeft echter ook tot gevolg dat deze editie minder makkelijk te lezen is, zeker voor degenen die voor het eerst kennismaken met motiverende gesprekvoering. Voor hen raad ik toch de tweede editie aan om mee te beginnen.
T. Koetsier