Tumult bij de uitgang, lijden, lachen en denken rond het graf
Als je Bert Keizer hoort spreken, dan mag je ook naar zijn stem luisteren; tegelijk uitdagend provocerend, maar ook steunend geruststellend. De vlijmscherpe stukjes in Medisch Contact kun je als lezer alleen lezen. En dat geldt ook voor de stukjes uit dit boek, waarbij elk stukje apart kan worden gelezen, maar het naderend sterven en de onmacht van dokters daarbij vormen wel de rode draad in de stukjes. Ook de onmacht van familie: ‘het ergste zijn de uitzwaaiers die willen dat er teruggezwaaid wordt, anders voelen ze zich bekocht’ (blz. 29). En gewoon de onvermijdelijkheid van het aftakelen. Keizer heeft dan aan één puntig zinnetje genoeg: ‘bij uw eerste leesbril is het spel eigenlijk over en uit’ (blz. 170). Een volgend thema is: hoe moet je als arts je opstellen bij het stervensproces? ‘Sterven is een lange glijvlucht omlaag met op het eind een hopelijk min of meer zachte landing in het graf. Als je de daling niet op tijd inzet ontstaat er op het allerlaatst een panieksituatie waarin de stervende onhoudbaar vanaf grote hoogte, zonder veel mogelijkheid om nog enigszins tot zichzelf te komen, met een dreun in het graf stort’ (blz. 137). Als hij over stervenshulp spreekt bij mensen die verminderd wilsbekwaam zijn, zegt hij: ‘de situatie waarin de schriftelijke wilsverklaring in de plaats treedt van het mondelinge verzoek, klinkt redelijk op papier maar in de praktijk betekent het dat je iemand bij het toedienen van de dodelijke injectie niet meer kunt vragen: wilt u dit eigenlijk wel?’
Ik laat u wat krenten zien uit de pap waarin warme belangstelling (bijvoorbeeld dat ene vraagje niet oordelend geformuleerd: ‘wilt u dat wel’?) en gewone nuchterheid hand in hand gaan. Voor een psychiater is het boek boeiend omdat onze patiënten heel vaak over de dood spreken. Keizer reikt gedachtes aan hoe je de conversatie over sterven eleganter kunt maken. Een aanrader zeker voor hen die nog een tijdje leven.
H. de Burlet