Unifying psychotherapy. Principles, methods, and evidence from clinical science
De auteurs willen eenheid brengen in de huidige psychotherapeutische onoverzichtelijkheid. Zij stellen dat een zorgvuldige hedendaagse uitwerking van het biopsychosociaal model van Engel, dat volgens systeemtheoretische principes opgebouwd is, het noodzakelijke en voldoende holistische referentiekader hiervoor kan worden. Zij willen de psychotherapie zien uitgroeien tot een vak waarin elke psychotherapeut in staat is vlot het perspectief op concrete psychische problemen te wisselen zonder daarbij het holistisch overzicht te ver-
liezen (p. 53). Zij stellen in dit boek een ordening van relevante informatie voor, van neurobiologische
gegevens tot de invloed van het
sociaal-culturele en het politieke leven.
Uit hun verhaal blijkt dat hun expertise vooral binnen de domeinen van de relationeel-psychodynamische en de interpersoonlijke psychotherapie valt. Zij overspelen echter hun hand wanneer zij zich buiten dit bereik wagen. Zo wijzen zij de zone van Broca toe aan de temporale hersenkwab (p. 81). Hun belichting van de invloed van het maatschappelijke kan niet eens summier genoemd worden. Maar ook binnen het hun vertrouwde terrein is hun voorstelling vatbaar voor kritiek. Veralgemeningen zoals ‘Constructs containing components and meanings more or less equivalent ...’ (p. 111) onttrekken zinvolle verschillen in benadering aan de aandacht, zoals het verschil tussen de Structural Analysis of Social Behavior (SASB) van Lorna Smith Benjamin (1993) en andere circumplexen. Dit lijkt me geen goede manier om tot verdieping van inzicht te komen.
De auteurs formuleren vanuit de meeste beschrijvingsniveaus een aantal sleutelprincipes. Zou u bereid zijn vandaag de volgende aanbevelingen te onderschrijven: ‘beoordeel zorgvuldig iedere patiënt wat betreft limbische status’; ‘wanneer het van toepassing is, gebruik dan een ’limbic probe’ om de integriteit van het systeem te beoordelen’ (p. 91)? Ik zeker niet. Ook een beschamend onzorgvuldige analyse van de schietpartij op de Sandy Hook Elementary School (14 december 2012, Newtown, Connecticut) illustreert dat zij wijder gapen dan ze kunnen verteren. De vrijblijvendheid van de stelling ‘Op grond van de geschiedenis kunnen we aannemen dat hij waarschijnlijk een neurobiologisch of structureel probleem met zijn brein had’ (p. 244) zegt volgens mij meer over onvoldoende ‘Selbstbeschränkung’ bij de schrijver ervan dan over de beschreven moordenaar. Maar misschien ben ik bevooroordeeld, na in een gevalsbeschrijving enkele bladzijden voordien de potsierlijke deeldiagnose ‘dopaminedeficiënt’ (p. 237) gelezen te hebben.
De auteurs pleiten aan het einde van hun boek (p. 265-6) voor een grondige opruiming van onnodige heilige iconen en inhoudelijk holle reïficaties. Het had hen gesierd hetzelfde te ambiëren binnen hun eigen aspiraties. Zij maken zich nu medeplichtig aan het bestendigen van de verwarring die zij juist willen overstijgen.
- Benjamin LS. Interpersonal diagnosis and treatment of personality disorders. New York: Guilford Press; 1993.
L. Roelens