Dialectische gedragstherapie in de praktijk. Een praktische werkwijzer voor professionals
Na een periode van relatieve stilte lijkt in het afgelopen jaar een hausse aan boeken over dialectische gedragstherapie (dgt) en mindfulness op gang te komen. Het boek van Sheri van Dijk is hier een voorbeeld van.
Voor het hele boek geldt dat relevante onderzoeksbevindingen vermeld worden en dat de voorbeelden aansluiten bij de praktijk. Het boek kent een helder taalgebruik en leest gemakkelijk.
Van Dijk heeft haar boek in tweeën gedeeld. In het eerste deel worden de algemene principes van dgt en de opbouw van de behandeling besproken. Daarin wordt ten onrechte het beeld geschetst van dgt als een redelijk eenvoudig toe te passen therapie.
Meest van belang is de te beperkte ruimte die zij aan de biosociale theorie en aan de erop gebaseerde principes van dgt gunt. Het laat een vertekend beeld over de kracht van het behandelmodel ontstaan. dgt verschilt in de behandeling van suïcidaliteit en borderlinepersoonlijkheidsstoornis basaal van andere methoden door de plaats van de commitment- en dialectische strategieën in de aanpak van de problematiek. Deze interventies en strategieën zijn gericht op doorbreken van disfunctionele gedragspatronen op een wijze die spanning verhoogt op het moment dat het meest levensbedreigende gedrag dreigt op te treden. En dit aspect gaat in Van Dijks boek vrijwel verloren. De consequentie is dat voor een therapeut die onbekend is met dgt en voor wie behandeling van borderlineproblematiek doel is, het eerste deel te weinig diepgang kent.
Het tweede deel van het boek, dat over vaardigheidstraining gaat, is aan te bevelen voor dgt- én niet-
dgt-therapeuten. De auteur staat uitgebreid stil bij mindfulness en bespreekt vervolgens de te trainen vaardigheden, waarbij zij start met een zeer leesbaar hoofdstuk over het terugdringen van emotionele responsiviteit. Van Dijk voegt nieuwe huiswerkbladen toe die een waardevolle aanvulling vormen op de oorspronkelijke handleiding van Linehan. Zo geeft zij richtlijnen om stapsgewijs impulsen te leren beheersen, iets wat in de praktijk zeer bruikbaar lijkt.
Het grootste voordeel van het boek is dat het therapeuten die dgt niet kennen een basis geeft voor het kunnen toepassen van het behandelmodelbij de aanpak van problemen in emotieregulatie. Maar voor de oorspronkelijke dgt-aanpak van chronische suïcidaliteit bij de borderlinepersoonlijkheidsstoornis zijn de basisboeken van Marsha Linehan (2002), maar ook recentere uitgaven als van Koerner (2012) en Blaise en McGuire (2013) meer aangewezen literatuur.
W. van den Bosch