Psychiatrie bij nacht en ontij. Verhalen uit de GGz-crisisdienst
Bij nacht en ontij, het tijdstip waarop grenzen vervagen, mensen slapen en wolven huilen, het beeld van een verregende achteruitkijkspiegel op de cover illustreert dit; de toon is gezet.
In dit boek worden 25 casussen uit de ggz-crisisdienst anekdotisch en met geslepen pen beschreven. Steeds speelt de sociaal-psychiatrisch verpleegkundige ( spv ) een hoofdrol. Vijf intermezzo’s moeten het kader waarbinnen deze verhalen zich afspelen, duiden. Ook dit gebeurt beknopt: de organisatie en de ontwikkeling van de ggz in Nederland, de opname, het fenomeen suïcide en de historische ontwikkeling van het beroep spv , worden voor iemand die niet met ggz vertrouwd is, kort uitgelegd.
Het boek lijkt geen duidelijke boodschap voor de lezer te hebben. De ambitie is ook niet een structureel overzicht van methodiek of organisatie van een crisisdienst te geven. Eerder krijgt men een inkijk in het professionele leven van een spv , zoals het is. Momenten van glorie na een geslaagde interventie, momenten van vertwijfeling bij onduidelijkheid, momenten van frustratie als de omgeving weinig zicht lijkt te hebben op de rol van een psychiatrische crisisdienst, wisselen elkaar af. Daarom is het vooral een emotioneel boek, dat blijk geeft van een grote passie voor het vak en een oprechte interesse voor de mens in nood. Het geflirt met de rol van spv als held en de momenten waarop wat schamper wordt gedaan over de rol van het medisch korps, moet men de schrijver maar vergeven.
Voor een Vlaams psychiater met tien jaar ervaring op een psychiatrische spoedafdeling zijn de situaties heel herkenbaar. Ook de overwegingen, twijfels en beslissingen komen nooit als een verrassing. Wel wordt vaak nogal los omgegaan met het formalistisch-bureaucratisch Nederlandse organisatiemodel waar ik collega’s wel eens over hoor klagen. Hoort dit ook bij de heldenrol of valt dat model toch wel mee?
Onherkenbaar zijn echter de verregaande zelfstandigheid en profileringsdrang van de spv . De psychiater neemt zelfs eens de beslissing niet te komen omdat hij enkel de opgebouwde relatie tussen spv en patiënt zou kunnen verstoren: volwaardige partners in zorg. Nu een evolutie binnen de sociale psychiatrie in België zich lijkt door te zetten, kan dit tot voorbeeld strekken. De uitbouw van opleidingstrajecten en wettelijke kaders die voor de verpleegkundige een ontwikkeling binnen het multidisciplinaire werken mogelijk maakt, lijkt de uitdaging.
Lees daarom dit boek: als een enthousiasmerend vlot geschreven verhaal waar de professionele voldoening van afspat.
J. Van Hecke