Ik ben er kapot van. Over psychotrauma en de verwerking van schokkende gebeurtenissen. In de reeks: Zorgen voor jezelf
Dit voorlichtingsboekje over eenmalige traumatische gebeurtenissen en de verwerking daarvan is helder geschreven. De inhoud is systematisch opgebouwd.
De auteurs noemen als belangrijkste kenmerk van een schokkende gebeurtenis de confrontatie met de dood, bijvoorbeeld als getuige van een ongeluk met dodelijke afloop, of bedreiging met de dood, bijvoorbeeld als slachtoffer van een
overval. Traumatische ervaringen maken zoveel indruk omdat de verwachtingen en vermeende zekerheden over het leven onderuit worden gehaald. Degene die een traumatische gebeurtenis meemaakt, blijkt niet onkwetsbaar te zijn. Veiligheid en voorspelbaarheid zijn niet vanzelfsprekend. De wereld is niet altijd rechtvaardig. En soms lijkt het leven zinloos.
De verwerking van een schokkende gebeurtenis wordt vergeleken met psychologisch herkauwen. Als de verwerking goed verloopt, wordt de gebeurtenis gewoner en slijten de gevoelens. De auteurs onderscheiden verschillende fasen in het verwerkingsproces: ongeloof, herbeleving en vermijdingsgedrag, en de integratiefase. Het slachtoffer houdt zich bezig met verwerkingsvragen en vertoont verwerkingsreacties: stressreacties samenhangend met herinneringen en herbelevingen; met angst, vermijding en emotionele afstomping; met verhoogde prikkelbaarheid en waakzaamheid. Het slachtoffer kan zichzelf helpen bij het verwerken van een schokkende gebeurtenis door over de gebeurtenis te praten. De omgeving kan helpen door te luisteren.
Enkele belangrijke factoren die de verwerking van een schokkende gebeurtenis kunnen verstoren, zijn het opnieuw meemaken van een traumatische gebeurtenis, de emoties uit de weg gaan, gebruik van alcohol en kalmerende middelen, ernst van de gebeurtenis, seksueel misbruik, het ervaren van verlies en bejegeningsfouten vanuit de omgeving. Er is sprake van een stoornis in de verwerking als geruime tijd (er wordt niet aangegeven hoe lang) na de gebeurtenis het persoonlijke en maatschappelijke functioneren nog steeds
ernstig worden gehinderd. Professionele hulp kan dan aangewezen zijn.
In het laatste hoofdstuk wordt kort ingegaan op drie behandelvormen: eye movement desensitization and reprocessing ( emdr , hier ‘oogbewegingtherapie’ genoemd), cognitieve gedragstherapie met exposure en expressief schrijven. Het boekje sluit af met een bijlage met de belangrijkste stressreacties. Onder de hulpverlenende instellingen wordt de Riagg nog genoemd. Hier is actualisering van de adressenlijst op zijn plaats.
Het boekje is in het kader van bibliotherapie een waardevolle aanvulling op mondelinge uitleg over de aard van een traumagerelateerde stoornis en de behandelingsmogelijkheden.
H. de Berk