Social cognition in schizophrenia. From evidence to treatment
Het eerste deel van het boek beschrijft de theoretische concepten van normaal sociaal cognitief functioneren waarbij definities, ontwikkelingsperspectief, cross-culturele variatie en de neurobiologie aan bod komen. Dit deel is vrij theoretisch, is voor de clinicus minder interessant denk ik en lijkt meer bedoeld als naslagwerk. Echter, dit deel is wellicht ook interessant voor degenen die niet werkzaam zijn op het terrein van schizofrenie. Er zit hier en daar nogal wat overlap tussen de verschillende hoofdstukken.
Het tweede deel van het boek beschrijft mechanismen en neurobiologische aspecten van sociaal cognitief disfunctioneren bij schizofrenie aan de hand van resultaten van experimentele studies. In de studies wordt vaak aandacht besteed aan vier domeinen van sociaal cognitief functioneren: attributiebias, emotieverwerking, sociale perceptie en theory of mind . Een belangrijke conclusie is dat sociale cognitie te onderscheiden is van neurocognitie en een sterke, onafhankelijke relatie heeft met functioneren en dus een belangrijk aangrijpingspunt voor interventie is.
Het derde deel is voor de behandelaar waarschijnlijk het meest relevant aangezien hier behandelingsmogelijkheden aan bod komen. Integrative neurocognitive therapy ( int ), cognitive enhancement therapy ( cet ), metacognitive training ( mct ) en social cognition and interaction training ( scit ) worden allemaal uitgebreid in een apart hoofdstuk besproken waarbij de lezer veel praktische informatie krijgt.
Dit veld is nog vrij nieuw en er is nog veel onderzoek nodig naar bijvoorbeeld de geschiktheid van de tot nog toe gebruikte uitkomstmaten in klinische studies. Desondanks concludeer ik dat dit boek de hoop biedt dat behandelingen die sociaal cognitief functioneren bij schizofrenie kunnen verbeteren, bevorderlijk zouden kunnen zijn voor een socialer en waardevoller bestaan van de individuele patiënt. Kortom, een aanrader.
T. van Amelsvoort