Comprehensive care of schizophrenia. A textbook of clinical management (2de druk)
Patiënten met schizofrenie hebben een betere prognose dan wordt aangenomen. Dit inzicht is niet algemeen aanvaard bij patiënten, familieleden en hulpverleners. Precies daarom namen toponderzoekers in dit domein het initiatief om de nieuwe kennis in een overzichtelijk geheel samen te brengen met de bedoeling om de afstand tussen de potentiële en de huidige kwaliteit van het behandelingsaanbod te overbruggen.
In een eerste deel komen verschillende argumenten aan bod die de mythe van schizofrenie als een aandoening met een slechte prognose tegenspreken. Er volgt een overzicht van de nieuwe feiten in de pathofysiologie van schizofrenie met hun gevolgen voor een gedifferentieerder farmacologisch arsenaal. De vroege detectie van psychose en de behandeling ervan zijn samengevat in een
kritisch deel waarin de moeilijkheden van stigmatisering en de beperkte kennis van de behandelingseffecten in deze patiëntengroep mooi worden belicht.
Een overzicht van de huidige farmacologische behandelopties ontbreekt niet, maar het is een nadeel dat er zo weinig aandacht in dit hoofdstuk gaat naar een goede bespreking van de keuzecriteria voor de verschillende antipsychotica. Al bij al is dit hoofdstuk vooral een encyclopedisch overzicht dat te weinig richting geeft voor de clinicus. Het hoofdstuk over behandelresistentie en de te nemen opties voor deze specifieke patiëntengroep scoort op dit vlak duidelijk beter.
Verder volgen enkele beknopte hoofdstukken over cognitieve gedragstherapie, outreachende zorg, rehabilitatie en therapietrouw waarin de oorspronkelijke doelstelling van het boek om nieuwere concepten bij de lezer te brengen niet gehaald is. Deze hoofdstukken blijven hangen in de klassieke kennis en aanbevelingen in deze domeinen. Dit is zeker waar voor het hoofdstuk therapietrouw, waarin de klassieke en bekende argumenten over depotinjecties nog eens opgesomd worden, maar de nieuwere inzichten in alternatieve medicatieschema’s afwezig blijven.
Het boek sluit af met een aantal goed uitgewerkte hoofdstukken over suïcide, geweld, medische en psychiatrische comorbiditeiten en – een groot pluspunt – gezondheidseconomische aspecten.
Dit handboek is duidelijk en toegankelijk en de hoofdstukken zijn goed op elkaar afgestemd. Wie specifieke informatie zoekt, kan deze gemakkelijk terugvinden in de opbouw. Het is echter een nadeel dat dit boek vooral de focus legt op de vooruitgang van de kennis in epidemiologie, pathologie en farmacologische behandelingen, waar de niet-farmacologische behandelstrategieën toch vooral een opsomming blijken van wat reeds bekend is. De optie om alle nieuwe informatie over de behandeling op een heldere wijze bij de doelgroep te brengen is geslaagd, behalve voor één belangrijk aspect: selectiecriteria voor antipsychotica bij specifieke patiëntendoelgroepen.
C. Bervoets