Meer kwaliteit van leven. Integratieve persoonsgerichte dementiezorg
De doelstelling van dit boek blijkt direct al uit de titel: meer kwaliteit van leven (door) integratieve persoonsgerichte dementiezorg. Naast elkaar worden achtereenvolgens dementiezorg vanuit medisch-biologisch, functioneel en belevingsperspectief beschreven. Hierdoor ontstaat een interessant geheel, waarin het vaststellen van verschillende verschijnselen en hun onderliggende mechanismes aangevuld worden met hoe ermee om te gaan en hoe te begrijpen vanuit de persoon die erdoor wordt getroffen. De meeste hoofdstukken zijn geschreven door experts met nationale (en soms ook internationale) bekendheid, vooral wetenschappers, maar met voldoende kennis van de dagelijkse praktijk.
Het eerste deel behandelt de dementiezorg vanuit medisch-biologisch/geneeskundig perspectief. Achtereenvolgens komen de neuroloog (diagnostiek en classificatie van dementie), de psychiater (klachten en verschijnselen), de specialist ouderengeneeskunde en de geriater (medicamenteuze behandeling van dementie) en de arts en niet-medicamenteuze behandeling aan bod. De eerste drie bijdrages geven een update van de diagnostische en medicamenteuze behandelmogelijkheden. Het vierde hoofdstuk gaat over de rol van de arts bij de niet-medicamenteuze behandeling van dementie. Deze bijdrage overlapt enigszins met de volgende hoofdstukken, maar dit is niet storend en laat juist het multidisciplinaire karakter goed zien.
Het tweede deel over het functionele perspectief richt zich op de vraag wat basiszorg kan betekenen voor behoud en reactivering van het dagelijkse functioneren, en de invloed van de omgeving op gedrag. Achtereenvolgens komen in verschillende bijdrages aan de orde: de basiszorg, de invloed van de omgeving op gedrag in opeenvolgende fasen van dementie, activeringsstrategieën en technologische hulpmiddelen. Ook dit gedeelte is zeer instructief en goed leesbaar, hoewel niet ieder hoofdstuk een up-to-date analyse van de laatste wetenschappelijke stand van zaken biedt. Het hoofdstuk over de invloed van de omgeving bevat tal van nuttige en herkenbare aanbevelingen voor de praktijk, maar het gepresenteerde hersenmodel lijkt toch eerder metaforisch bedoeld, en wordt niet gestaafd met bevindingen uit recente wetenschappelijke literatuur.
Eenzelfde mix van wetenschap en praktijk zien we in het derde gedeelte van het boek, dat zich richt op hulp voor mensen met dementie vanuit een belevingsperspectief. Ook hierbij wisselen hoofdstukken met de laatste wetenschappelijke gegevens af met meer praktisch gerichte bijdragen. Hierdoor doet het boek weliswaar op sommige plaatsen soms wat onevenwichtig aan, maar is het tegelijk voor de praktijk uitermate bruikbaar. Vele vormen van begeleiding komen aan bod en iedereen die beroepsmatig rechtstreeks omgaat met mensen met dementie zal er veel nuttige en lezenswaardige tips uit kunnen halen. Ik verwacht dat vooral niet medische disciplines hun voordeel met dit boek kunnen doen: zij zullen zich ook direct kunnen inlezen in een aantal meer biomedisch gerichte aspecten rondom diagnostiek en behandeling.
F. Verhey