Praktijkboek
ROM
in de ggz. Een leidraad voor gebruik en implementatie van meetinstrumenten
Dit is het eerste Nederlandstalige boek over routine outcome monitoring ( rom ), een actuele ontwikkeling die grote consequenties heeft voor ons werkveld. De kracht van dit boek zit in de praktische inslag. Het is bedoeld als een leidraad voor de ‘ggz-professional’ die rom wil invoeren en sluit goed aan bij de vragen rondom dat proces: welke instrumenten kan ik gebruiken? Hoe motiveer ik het team? Waarmee moet ik binnen mijn specifieke setting rekening houden? Er is zelfs een kort hoofdstuk over informatie- en communicatietechnologie ( ict ) en over de inbedding in het elektronisch patiëntendossier ( epd ). Dit alles in een goed leesbare stijl met voldoende praktische voorbeelden.
Echter, de theoretische onderbouwing is wel erg summier. Dit gaat voorbij aan de gedachte dat je pas iets op grote schaal invoert in de praktijk, wanneer de meerwaarde daarvan duidelijk is aangetoond in wetenschappelijk onderzoek. Dit boek is gebaseerd op de stelling dat rom de kwaliteit van de behandeling ten goede komt. Het feit dat de evidence daarvoor nog zeer schaars is, wordt slechts zijdelings genoemd in latere hoofdstukken. Andere doelen van rom , te weten wetenschappelijk onderzoek en benchmarking , worden in het laatste hoofdstuk aangestipt, maar ook hierbij ontbreekt een kritische toon. Dat is een gemiste kans: juist omdat de ontwikkelingen zo snel gaan, mag een kritische beschouwing van de risico’s niet ontbreken in een handboek over rom .
Het boek is ingedeeld in een aantal onderdelen: een theoretische inleiding, een deel over gebruik van meetinstrumenten in diverse settings en een deel over implementatie van rom in verschillende settings. Het besluit met twee afsluitende onderdelen over ict / epd en over andere rom -doelen (wetenschap, benchmarking).
De inleiding aan de hand van de plan-do-check-act ( pdca )-cyclus is helder. Hoofdstuk 2, over implementatie, is wat uitgebreid en theoretisch, maar dit wordt in latere hoofdstukken aangevuld met praktische voorbeelden, hoewel die voorbeelden niet altijd aansluiten bij de gepresenteerde theorie.
Deel 2 handelt over gebruik van meetinstrumenten in verschillende settings en dit deel geeft een mooi overzicht van beschikbare instrumenten. Met name het hoofdstuk over kortdurende ambulante zorg is helder en overzichtelijk. Van de instrumenten worden de voor- en nadelen genoemd.
Deel 3 illustreert, aan de hand van een meer en minder succesvol voorbeeld van implementatie, waarmee men rekening moet houden bij het motiveren van het behandelteam. Dit is het beste onderdeel van het boek, zeer herkenbaar en bruikbaar. De afsluitende delen zijn iets minder sterk.
Carla Hagestein-de Bruijn