Changing Minds in Therapy. Emotion, Attachment, Trauma & Neurobiology
Er is een duidelijk toenemende aandacht voor het ‘landen’ van psychotherapie in de hersenen. Was schrijfkramp of een andere vorm van specifieke dystonie voorheen een louter psychoanalytische kwestie, tegenwoordig is deze het onderwerp van intensief neurobiologisch onderzoek en bijbehorende verklaringsmodellen. De primaire afwijking wordt nu gezocht in zogeheten verstoorde plasticiteit (bad plasticity): verlies van inhibitie (ruimtelijk en temporeel) in de motorische en sensore systemen, waardoor hersengebieden die normaliter remming ondervinden bij activering van een nabij gelegen gebied toch geactiveerd raken met dystonie als gevolg (Kang e.a. 2011).
Dezelfde plasticiteit, maar dan eerder ‘good plasticity’, is een centraal thema in het met zorg uitgegeven boek van Margaret Wilkinson, waarin het veranderende zelf en hand in hand daarmee veranderende hersenen gedurende het leven en dus ook tijdens therapie onderwerp zijn. Wilkinson geeft zelfs aan dat elke goede traumabehandeling gedegen kennis van de hersenen vooronderstelt, een mening van deze in elk geval door Jung beïnvloede therapeute, die men in het verleden niet snel in dergelijke kringen tegenkwam. Een apart neuroanatomisch hoofdstuk met hersenplaatjes zou daarom goed zijn geweest, want veel psychotherapeuten zijn daarin onvoldoende geschoold. Het doel van dit boek is om therapeuten te verrijken met inzichten vanuit het veld van neurobiologie, hechting en trauma, die ze kunnen gebruiken in de klinische praktijk. Daarin slaagt Wilkinson goed. Vele feiten en wetenswaardigheden krijgt men voorgeschoteld. Het belang van de rechter hersenhelft bij gezichtsherkenning en zelfbesef is bekend, maar vanuit communicatief gezichtspunt is het intrigerend dat een baby van 2 maanden kijkend naar de moeder ook juist dat hersengebied gebruikt in de linker hemisfeer dat later het taalnetwerk wordt. Juist met dergelijke kennis verkrijgt de psychotherapeut een neurobiologische ‘ruggengraat’ voor diens psychodynamische psychotherapie. Bij verwaarlozing of misbruik in de voorgeschiedenis wordt een afgenomen volume van het corpus callosum gevonden, een bevinding die duidelijk maakt waarom langer durende behandeling soms noodzaak is: in 5 tot 10 gesprekken herstelt men niet de neuroanatomische ‘afdruk’ van het (getraumatiseerde) verleden. Wilkinson laat echter zien dat de plasticiteit van de hersenen veronderstelt dat het niet onmogelijk is de mind-brainrelatie in gunstige zin te beïnvloeden.
Het boek van Wilkinson is daarom ook een optimistisch boek over de behandelmogelijkheden van hechtings- en traumaproblematiek. Het is ook een poging om oude, bekende psychodynamische concepten, zoals dissociatie, regressie en empathie, te plaatsen binnen nieuwe, neurobiologische kennis van de 21ste eeuw. Het is een rijk boek dat elke psychotherapeut bezig met traumabehandeling op de plank zou moeten hebben staan.
J. Wiersma