Depressie. Actuele Psychoanalytische Benaderingen. In de reeks: Psychoanalytisch Actueel nr. 15
Over depressie zijn bibliotheken volgeschreven. De psychoanalytische invalshoek is daarbij nogal dikwijls een stiefmoederlijke rol toebedeeld. Komt hierin verandering met onderhavig boek? Het eerste hoofdstuk zet al de teneur. Marc Hebbrecht wijst op het belang én de werkzaamheid van kort en lang durende psychoanalytische behandelingen bij (chronische) depressie.
Vervolgens stellen Alessandra Lemma, Mary Target en Peter Fonagy de dynamische interpersoonlijke therapie (dit) als kortdurende psychodynamische therapie bij depressie voor. Als nieuwe loot aan hun therapieboom zal de toekomst uitwijzen of dit huwelijk van cognitieve gedragstherapie en psychoanalyse een bastaardkind of een kroonprins zal voortbrengen…
In het belangrijke artikel van Patrick Luyten en Peter Fonagy wordt de fenomenologie van depressie in verband gebracht met specifieke problemen in het mentaliseren. Zij staven dit met een overzicht van wetenschappelijke bevindingen. Dit alles leidt tot therapeutische aanbevelingen. Kort gezegd komt dit hierop neer: eerst dient de capaciteit tot mentaliseren hersteld te worden. Dan pas kunnen inhoudelijke bewerkingen constructief mentaliseren bevorderen en consolideren. Beide artikelen tonen aan dat het concept mentalisatie een ander licht werpt op psychiatrische stoornissen zoals depressie en op psychotherapie.
In een psychoanalytisch referaat ‘pur sang’ toont Michel Thys overtuigend aan dat het verstrikt zitten in (onbereikbare) idealen de kernproblematiek van depressie uitmaakt. Het tragische is dat als het ‘schitterend gebrek’ (Arthur Japin) eigen aan de mens niet geïntegreerd wordt, dit zowel individueel als maatschappelijk tot depressieve impasses kan leiden. Hij vermeldt expliciet het kristalprincipe van Freud (metafoor die verduidelijkt dat het pathologische iets over het menselijke zegt en niet omgekeerd), dat een radicaal ander standpunt impliceert dan de ontwikkelingspsychologische (vanuit de normaliteit het pathologische denken). Een fascinerend essay…
Patrick Meurs en Nicole Vliegen behandelen uitgebreid en genuanceerd kinderdepressie vanuit psychoanalytisch ontwikkelingsperspectief. Enerzijds stellen ze vast dat de psychoanalyse al lang depressie bij kinderen (h)erkende – nog voor de introductie door Cichetti en Rutter in 1984 in de ontwikkelingspsychologie. Anderzijds pleiten ze voor de aansluiting van de psychoanalytische inzichten bij het empirisch wetenschappelijk onderzoek. Het werk van Sydney Blatt is hierin een belangrijke gangmaker en trendsetter.
Het artikel van kinder- en jeugdpsychiater Leen Van Compernolle is vanuit de klinische praktijk in een jeugdkliniek geschreven. Hieruit blijkt overduidelijk dat de psychoanalytische inspiratie een verschil kan maken om depressie niet te reïficeren, maar als een vastgelopen dynamiek te beschouwen; dit maakt therapie mogelijk die verder gaat dan het symptoom. Ten slotte volgt een meta-analyse van effectiviteit van kortdurende psychodynamische psychotherapie (kpp) bij depressie. Ellen Driessen, Pim Cuijpers e.a. hebben uitgebreid, genuanceerd en grondig de literatuur gescreend: 23 studies met een totaal van 1365 deelnemers werden geanalyseerd. Hun conclusie is dat kpp een empirisch gevalideerde behandelmethode bij depressie is.
Dit boek beantwoordt aan de verwachting: niet enkel gevarieerd, maar ook grondig wordt een huidige stand van zaken over depressie vanuit de psychoanalyse gebracht. De artikelen stellen drie zaken wisselend centraal, namelijk theorie, onderzoek en kliniek. Kortom, in het Nederlandstalig gebied is dit werk een belangrijke, zelfs meer, noodzakelijke aanwinst voor wie met depressie begaan is.
M. Calmeyn