Clinical Handbook of Psychotropic Drugs (17de druk)
Virani, één van de drie redacteuren, beschrijft in zijn voorwoord dit boek als een 'gebruiksvriendelijk en zeer praktisch' klinisch handboek, een informatiebron over psychofarmaca. In de eerste hoofdstukken komen verschillende geneesmiddelgroepen aan de orde, namelijk antidepressiva, antipsychotica, middelen tegen extrapiramidale bijwerkingen, slaap- en kalmeringsmiddelen en stemmingsstabilisatoren. Per geneesmiddelgroep beschrijven de auteurs eerst een classificatie en vervolgens indicaties, werkingsmechanisme, farmacokinetiek, dosering, bijwerkingen en interacties. Ook geven zij zeer kort overwegingen mee voor het gebruik bij kinderen, ouderen en zwangeren. Elk hoofdstuk sluit af met een aantal tabellen, onder andere over receptoraffiniteit en farmacokinetiek, en mogelijkheden voor het switchen tussen geneesmiddelen binnen een geneesmiddelgroep en augmentatiestrategieën. In de volgende hoofdstukken beschrijft men vanuit dezelfde systematiek geneesmiddelen die gebruikt worden bij aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd), dementie, parafilie en verslaving. De laatste twee hoofdstukken gaan over plantaardige en natuurlijke producten en over nieuwe, niet-geregistreerde behandelingen voor psychiatrische stoornissen. Het boek bevat veel informatie. De informatie wordt gegeven in de vorm van puntsgewijs opgesomde feiten en uitgebreide tabellen. Het is lastig om daarin een weg te vinden en dat maakt het boek niet gebruiksvriendelijk. Ook voor de dagelijkse klinische praktijk is het boek niet goed bruikbaar. Zo is de volgorde waarin men verschillende feiten opsomt niet altijd logisch. Onder augmentatiestrategieën bij antidepressiva beschrijft men bijvoorbeeld de combinatie van een monoamineoxidase( mao)-remmer en een tricyclisch antidepressivum als eerste en noemt men lithiumadditie pas als tiende mogelijkheid. Er is niet terug te vinden hoe de medicamenteuze behandeling van een willekeurige psychiatrische stoornis eruit moet zien. Er worden bijvoorbeeld verschillende antipsychotica beschreven, zonder dat duidelijk wordt welke plaats ze in de behandeling van schizofrenie hebben. De meest opvallende tekortkoming is het ontbreken van referenties. Er zijn slechts twee hoofdstukken waarin wel een beperkt aantal referenties wordt gegeven, namelijk het hoofdstuk over plantaardige en natuurlijke producten en dat over nieuwe, niet-geregistreerde behandelingen. Echter, wanneer een behandelaar besluit om tot een van de behandelingen uit deze hoofdstukken over te gaan, zal hij of zij toch uitgebreider de literatuur erop na moeten slaan. Tot slot vallen naar mijn smaak de hoofdstukken over elektroconvulsietherapie, lichttherapie, transcraniële magnetische stimulatie en de effecten van alcohol en drugs op het brein buiten de context van het boek. Samenvattend: dit is een boek met veel informatie over psychofarmaca, waarin referenties opvallend ontbreken. Het boek is geschikt voor ervaren behandelaren, die hun keuze voor een bepaald geneesmiddel reeds hebben gemaakt en alleen nog bijwerkingen en interacties willen checken. Hiervoor kan men echter ook het Farmacotherapeutisch kompas (www.fk.cvz.nl) gebruiken.
E.M. Pluijms