Psychologische interventies bij conversiestoornissen
De auteur is zenuwarts, emeritus hoogleraar Psychopathologie en een autoriteit op het gebied van de psychologische behandeling van conversiestoornissen. Hij heeft zijn grote kennis van en ervaring met de behandeling van conversiestoornissen nu vastgelegd in dit boek. Hij beoogt daarmee vakgenoten te genezen van therapeutisch pessimisme en hen te enthousiasmeren voor deze behandeling. Het boek begint met een hoofdstuk over diagnostiek en classificatie van conversiestoornissen en een hoofdstuk over psychologische behandeltechnieken en beschikbare (magere) wetenschappelijke onderbouwing dienaangaande. Dan volgen 16 hoofdstukjes waarin de behandeling van specifieke conversies wordt besproken aan de hand van gevalsbeschrijvingen en soms verbatim weergegeven verslagen van therapeutische sessies. Het boek eindigt met een hoofdstuk over complicaties en een hoofdstuk over mislukkingen. De auteur geeft in de inleiding aan dat hij het boek heeft geschreven vanuit een grote empathie met patiënten met conversiestoornissen. Die empathie is merkbaar in het hele boek, maar vooral in de gevalsbeschrijvingen en de verbatim weergegeven fragmenten. Zij roepen herinneringen op aan de beroemde gevalsbeschrijvingen van Sigmund Freud, in het bijzonder die over Emmy von N. De therapiefragmenten dwingen veel respect af, want de auteur laat de lezer daarmee letterlijk in de keuken van zijn therapeutisch handelen kijken. Bij dit handelen ligt de nadruk op hypnose en andere suggestieve en directieve technieken. Indrukwekkend is de onvoorwaardelijke acceptatie van de patiënt die uit de fragmenten spreekt. Even indrukwekkend is het vertrouwen van de therapeut in de werkzaamheid van de toegepaste technieken, een niet te overschatten aspecifieke factor bij iedere medische behandeling. Maar het meest imponeert wel het therapeutische succes dat wordt beschreven. Dat lijkt bijna te mooi om waar te zijn. De lezer bekruipt dan ook de vrees dat een dergelijk therapeutisch succes voor hem of haar vast niet zal zijn weggelegd, omdat er een zeker charisma voor nodig is. Maar ook dat weet de auteur subtiel te weerleggen: hij leert partners van patiënten in een enkele sessie de hypnotische technieken aan, bedoeld voor oefening thuis. Als die partners dat zo gemakkelijk en ongegeneerd aanleren, moet de lezer dat toch ook kunnen, denk je dan. Daarmee slaagt de auteur wat mij betreft in zijn opzet: collega's aanmoedigen de beschreven psychologische technieken toe te gaan passen bij patiënten met conversiestoornissen. Voor eenieder die zich regelmatig machteloos voelt tegenover patiënten met een jarenlange conversiestoornis, en van die machteloosheid af wil, is dit boek dan ook een aanrader.
F.A.M. Klijn