Het idee van dit boek is heel aardig. Het is geschreven door twee ervaren Engelse psychiaters, werkzaam in de algemene volwassenenpsychiatrie. Zij proberen een beschrijving te geven van de interpersoonlijke, intellectuele en organisatorische vermogens die een clinicus nodig heeft om effectief en capabel te zijn. Kortom, van de competenties zoals communicatie, samenwerking, organisatie en professionaliteit, die niet het medisch en wetenschappelijk handelen in engere zin betreffen. Bij de modernisering van de opleiding is er veel aandacht voor deze competenties. Het boekje komt dan ook op het juiste moment. Deel I bestaat uit vier hoofdstukken en handelt over onderliggende principes zoals: de manier waarop men de psychiatrische behandeling levert, is even belangrijk als de effectiviteit van de specifieke behandelingen; psychiatrische behandeling kan schade veroorzaken; en de psychiater moet drie krachten in balans houden: wetenschappelijke gegevens, ervaring en context. Deel II, zes hoofdstukken, gaat over de context en de lokalisatie van de behandeling. Het beschrijft de samenstelling en de werkwijze van teams en de rol van de psychiater daarin. Aardig is een box met Eleven tips for psychiatrists who want to disrupt their team. Vervolgens beschrijven de auteurs verschillende aspecten van (vrijwillige en onvrijwillige) klinisch, dagklinisch en poliklinisch behandelen. Deel III bespreekt, eveneens in zes hoofdstukken, zeer herkenbare problemen in de behandeling zoals therapietrouw, falen van de behandeling, middelenmisbruik en zwangerschap. Ook gaan auteurs in op agressief en suïcidaal gedrag tijdens de behandeling. Het aangaan van een vertrouwensrelatie krijgt terecht aandacht, evenals aspecten van een onderhoudsbehandeling. Deel IV, ten slotte, besteedt in twee hoofdstukken aandacht aan het omgaan met dilemma's en onmogelijkheden en met veranderingen in de psychiatrische zorg. Helaas komt niet aan de orde hoe men om moet gaan met veranderingen in de organisatie van de zorg, zoals fusies en invoering van het elektronisch patiëntendossier. De verschillende onderwerpen worden dikwijls uitgelegd aan de hand van klinische vignetten en aan het eind van elk hoofdstuk samengevat in een aantal punten. Hoewel het boekje vol nuttige praktische tips staat, ook voor de Nederlandse lezer, nam ons aanvankelijk enthousiasme gedurende het lezen wel enigszins af. Misschien omdat het minder duidelijk is gestructureerd dan de samenvatting suggereert. Misschien omdat het wat te gedetailleerd is en veel herhalingen bevat. Misschien omdat het voor een deel niet echt over de competenties van de psychiater gaat. Misschien omdat het nogal eens 'open deuren intrapt', ook voor een arts in opleiding tot psychiater in het tweede jaar van haar opleiding.

M.W. Hengeveld, S. Roza