Leidraad psychiatrie
De medische student die aan zijn coschap - of stage, zoals we in België zeggen - psychiatrie begint, dreigt te verdwalen. De artsen in opleiding tot specialist en de supervisoren vinden een aantal dingen vanzelfsprekend die het helemaal niet zijn. De arme student krijgt de dsm-iv voorgeschoteld of het overigens onvolprezen Leerboek psychiatrie (Hengeveld & Van Balkom 2005), maar verliest zich daarin. En als hij of zij nog snel even wil checken wat de differentiële diagnose is bij een verwarde patiënt, hoe moet dat dan? In deze behoefte voorziet dit prachtige handzame naslagwerkje. Het boekje is van klein formaat en is dun, zodat het past in broek- of vestzak. Toch bevat het meer dan 200 pagina's aan nuttige informatie. Na een algemeen inleidend hoofdstuk, met onder andere een zeer geestig stukje met 'Tien tips om het coschap psychiatrie te overleven', volgt een deel over onderzoek en diagnostiek. De psychiatrische anamnese wordt in haar verschillende deelelementen besproken, met een aantal voorbeeldvragen. Ook de sociale en biografische anamnese wordt geïllustreerd. Het pleit voor de auteurs dat ze de psychiatrische diagnose niet verengen tot louter de dsm-iv-classificatie, maar ook aandacht besteden aan de structurele diagnostiek met haar aandacht voor predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren van een stoornis. De hoofdmoot wordt gevormd door een aantal typen patiënten (de verwarde patiënt, de sombere patiënt, de angstige patiënt, …). Deze worden telkens ingeleid door een casusbeschrijving, daarna volgt een differentiële diagnose en dan een beschrijving van elk van de ziektebeelden die bij de differentiële diagnose vermeld staan. Prachtig gedaan. Misschien kan men betogen dat enkele typen patiënten wat vergezocht zijn, bijvoorbeeld 'de patiënt die anderen laat meelijden', met als differentiële diagnose cluster B-persoonlijkheidsstoornissen, maar ook depressie, bipolaire stoornis, aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (adhd) en psychotische stoornis. Dit lijkt een beetje een artificiële constructie. Hoofdstuk 4, over de verschillende behandelingsmodaliteiten, en hoofdstuk 5, over specifieke interviewsituaties, zijn uiterst helder, to-the-point en toepasbaar. Het geheel is voorzien van een register. Dit boekje is een waardevol geschenk voor elke coassistent. Maar de student moet opletten: voor hij of zij het weet, kan het werkje verdwijnen in de zak van de specialist-in-opleiding of van de opleider. Want ook voor hen is deze Leidraad psychiatrie een kleine schat.
S.J. Claes