Handboek muziektherapie. Evidence based practice voor de behandeling van psychische stoornissen, problemen en beperkingen
Met het Handboek muziektherapie wil Henk Smeijsters een overzicht presenteren van de huidige ontwikkelingen op het gebied van theorie, praktijk en onderzoek binnen de muziektherapie, voor mij als muziektherapeut een goede zaak. Hiermee komt hij tegemoet aan de vraag naar een Nederlandstalig handboek dat de snel groeiende discipline muziektherapie in kaart brengt. Voor een aantal van de hoofdstukken heeft Smeijsters een beroep gedaan op Nederlandse muziektherapeuten, die elk vanuit hun eigen denkkader en werkveld een bijdrage leverden aan het boek. Het boek is wat betreft opmaak en vormgeving erg uitnodigend en bestaat uit drie delen. In het eerste deel gaat de aandacht grotendeels uit naar indicatiestelling en de kwalitatieve en kwantitatieve vormen van muziektherapeutisch onderzoek. Ook worden hierin al heel wat theoretische verklaringsmodellen voorgesteld. Het tweede deel besteedt vooral aandacht aan de verschillende werkvormen, waarbij het ene hoofdstuk gewijd wordt aan actieve muziektherapie en een ander hoofdstuk de receptieve muziektherapie onder de loep neemt. Het derde deel ten slotte wordt door de auteur het hart van het boek genoemd, aangezien hierin de theorie van deel 1 en deel 2 in de praktijk wordt toegepast. In dit deel krijgt een groot aantal stoornissen een eigen hoofdstuk. Bij het lezen ziet men duidelijk dat er veel aandacht is gegeven aan de structurele compositie van het boek. Onderdelen zoals observatie en diagnostiek, doelstellingen, methoden, werkvormen, therapeutische technieken, resultaten van onderzoek en rationales worden bij elk item opnieuw aangehaald, zodat er structureel een voor de lezer aangename en heldere opbouw gegarandeerd is. Met de bijgeleverde cd kan men een aantal van de aangehaalde muziekfragmenten beluisteren. Inhoudelijk is het eerste deel ongetwijfeld het beste deel van het boek. De summiere, maar duidelijke beschrijving van verschillende onderzoeksvormen nodigt de lezer uit om zich te gaan verdiepen in de onderzoekswereld. Het tweede deel van het boek geeft een aanzet tot wat het derde deel helaas helemaal waarmaakt, namelijk een overvloed aan methoden en denkkaders. Dit geeft waardevolle informatie, maar creëert tevens een lappendeken waardoor de inhoudelijke transparantie van het boek verloren gaat. De opsomming van de ene methode na de andere binnen eenzelfde doelgroep lijkt een multiplechoicemenu binnen een muziektherapeutisch behandelpakket. Hoe een muziektherapeut met een vingerknip van het ene naar het andere therapeutisch denkkader kan switchen, is moeilijk te begrijpen. Het voordeel van deze encyclopedische benadering is wel dat de lezer wordt ondergedompeld in de terminologie van de muziektherapie en op die manier zijn of haar vakjargon sterk kan uitbreiden. Een kritiekpunt hierbij is dat de aangehaalde psychodynamische literatuur erg verouderd is. Tot slot is het onbegrijpelijk dat belangrijke doelgroepen binnen het werkveld van de psychiatrie, zoals patiënten met een psychose en met persoonlijkheidsstoornissen, ontbreken - ook al geeft de auteur in zijn inleiding aan dat hij niet volledig kan zijn.
A. Coomans