Lichaam en Geest. Het lichaam/geest-probleem, vanuit verschillende invalshoeken benaderd
Dit boek vormt de neerslag van de cursus 'lichaam en geest' van de seniorenacademie Groningen en Drenthe. Het boek is uit vier delen opgebouwd. In het eerste deel 'Filosofie en psychologie' wordt aandacht besteed aan het werk van Spinoza en Maurice Merleau-Ponty. De excursie van Jeroen Bartels in het werk van eerstgenoemde leidt tot een constructieve, maar kritische verheldering van Damasio's standpunten. Jeroen Bartels en Charles Wildevuur treden vervolgens vanuit hun neurobiologische visie met elkaar in debat. Hans Ettema introduceert de lezer in de fenomenologie van het lichaam bij Merleau-Ponty én wijst op de nog actuele betekenis hiervan. Ronald Hünneman exploreert op een sprankelende en vlotte wijze het verband tussen taalspelen (Wittgenstein) en breinactiviteit. Douwe Draaisma evoceert een mooi en bondig essay over het geheugen. Hij geeft een onverwachte 'draai' aan het demarcatiecriterium (lichaam-geest) van Descartes naar dit van de moderne psychologie. Het tweede deel 'neurofilosofie en bewegingswetenschappen' start met een artikel van Johan den Boer (overgenomen uit zijn boek van 2003). Hij schetst overtuigend de actualiteit en vitaliteit van de fenomenologie aan de hand van het concept van 'embodiment of mind' en 'embodied cognition'. Theo Mulder behandelt het interessante thema van de 'motor imagery': 'Denken is dus een beetje doen. Denken aan bewegen leidt ook tot leren' (p.102). Voor nieuwe revalidatietechnieken is dit bijgevolg zeer belangwekkend. De vraag in de ondertitel van het artikel van Bert Otten is pertinent: 'De mens kent eigen lichaam en hulpstukken in beweging, maar hoe?' De auteur geeft een gedegen inleiding in de kennis van en de kunde voor het ontwerpen van prothesen (als 'pars pro toto' voor revalidatie). Ten slotte zijn er de twee laatste delen 'Literatuur- en cultuurwetenschap' en 'Uit de kunst'. Van de twee boeiende artikelen over literatuur - Joost van Baak over de Russische Nobelprijswinnaar Ivan Boenin en Liesbeth Korthals-Altes over de Franse schrijver Michel Tournier - onthoud ik vooral hoe (deze) universele geesten het klassieke onderscheid lichaam-geest op de helling (kunnen) zetten. De artikelen van Wildevuur, Barend van Heusden & Wildevuur en Lex Cools pogen verbanden te leggen tussen 'braintaal' en cultuur. Een originele afsluiter is het artikel van Mariëtta Jansen. Zij laat een kunstenaar zélf aan het woord. Martin Tissing, kunstenaar uit Groningen, doet enkele rake uitspraken over het huidige lichaamgeestdebat. De verschillende bijdragen in deze bundel leiden niet tot een versplintering van het geheel. Tevens beseft de lezer dat dit onuitputtelijke thema én debat waarschijnlijk zolang zal duren als de mens zal blijven bestaan.
M. Calmeyn