Tegen de zon in kijken. Doodsangst en hoe die te overwinnen (Vert. M. van Horn)
In dit boek behandelt Yalom hoe we sterfelijkheid en dood kunnen leren begrijpen en accepteren. Hij legt uit hoe we door middel van methoden en technieken uit de existentieel-humanistische psychotherapie met doodsangst kunnen omgaan. Yalom schreef het boek vanuit zijn eigen praktijkervaring en licht zijn ideeën toe met citaten van filosofen die hem inspireren. Het past hiermee binnen het genre van zijn toegankelijke populairwetenschappelijke boeken over psychotherapie, die zowel door professionals als door geïnteresseerden buiten het vakgebied leesbaar zijn. Inhoudelijk betekent dit dat voor de eerste groep niet alles wat beschreven wordt onbekend zal zijn. De auteur werkt vanuit de aanname dat de psychiater niet alleen neurotische problematiek behandelt, maar dat deze verstrengeld is met existentiële levensthema's betreffende leven en dood, zinloosheid, keuzevrijheid en isolatie. De door hem gepropageerde echtheid en transparantie leiden tot een hoge mate van zelfonthulling, zo ook in het hoofdstuk waarin hij zijn eigen houding ten opzichte van de dood beschrijft. Het boek is doorspekt met casuïstiek, wat enerzijds een goede illustratie geeft van de theorieën, maar anderzijds soms vertragend werkt. De keuze voor het onderwerp is bijzonder. Binnen de reguliere geprotocolleerde psychotherapieën die tegenwoordig uitgevoerd worden in de ggz, is er weinig aandacht voor essentiële onderwerpen aangaande leven en dood. Afgezien van de aandacht voor suïcidaliteit is er binnen het vakgebied van de psychotherapie weinig geschreven over het hanteren van de menselijke sterfelijkheid. Uitzonderingen hierop worden wel gezien bij psychotherapieën voor posttraumatische stressstoornis zoals de korte eclectische psychotherapie, waarin existentiële vragen aan de orde kunnen komen. Hoewel het boek geen concrete behandelwijze biedt voor patiënten met een posttraumatische stressstoornis, kan het wel de toepassing van therapeutische vaardigheden bij deze doelgroep vergroten. Vooral op het gebied van begeleiding bij posttraumatische groeiprocessen is aandacht voor existentiële thema's onmisbaar. In het hoofdstuk over 'rimpelingen' beschrijft Yalom hoe hij na zijn dood zal blijven voortbestaan in projecten en de gevolgen die zijn contacten met anderen hebben gehad. Dit zou een aanwijzing kunnen zijn voor de worsteling die de schrijver zelf heeft met zijn sterfelijkheid: het verlangen naar iets van voortbestaan na de dood in de vorm van sporen die achterblijven. De door hem vereerde filosoof Heidegger meende dat in deze troostrijke gedachte van voortleven, vooral een ontkenning schuilt van de sterfelijkheid en eindigheid. Het boek is in paperback uitgevoerd, in een prettig leesbare lay-out, en een geoefend lezer zal er in enkele dagdelen doorheen zijn. Concluderend: een boek dat zeker de moeite waard is, omdat het ons aanzet om na te denken over de rol die de dood speelt in onze psychotherapieën, en niet minder belangrijk, in ons eigen bestaan.
I.M. Hein