Cortical Deficits in Schizophrenia. From Genes to Function
Dit boek concentreert zich op de genetische en moleculaire mechanismen die betrokken (zouden kunnen) zijn bij het ontstaan van schizofrenie, als men verder kijkt dan alleen de dopaminerge disfunctie. Vooral glutamaterge en gammaaminoboterzuur(gaba)-erge mechanismen krijgen hierbij de aandacht, evenals een aantal kandidaatgenen. Hierbij beargumenteert de redacteur van dit boek dat deze kandidaatgenen neuronale routes beïnvloeden die betrokken zijn bij dezelfde glutamaterge/gaba-erge mechanismen. Voor lezers die geïnteresseerd zijn in de moleculaire mechanismen van schizofrenie is dit dan ook een interessant overzicht, ware het niet dat het puur wetenschappelijke taalgebruik de leesbaarheid niet ten goede komt. Verder zijn de hoofdstukken geschreven door afzonderlijke auteurs, vaak erkende specialisten op hun specifieke moleculaire gebied, maar er is te weinig onderlinge afstemming van de afzonderlijke hoofdstukken. Het genetische stuk is interessant, hoewel het nog vroeg is om al echte conclusies te kunnen trekken op het vlak van de genetica van schizofrenie; doordat men de koppeling maakt naar mogelijke onderliggende mechanismen, stoort dit echter niet echt. Wel blijft het jammer dat er bijna niet gesproken wordt over gen-omgevingsinteractie, behalve op de laatste pagina van het boek. Verder is het vreemd dat er zo weinig aandacht is voor het endocannabinoïdsysteem dat recent in de aandacht kwam. Dat had op zich best gekund, aangezien juist het endocannabinoïdsysteem glutamaterge en gaba-erge mechanismen aanstuurt die in dit boek besproken worden. De clinicus zal niet veel wijzer worden van het boek, daarvoor is het te zeer fundamenteel wetenschappelijk en zitten er te weinig links in naar de dagelijkse praktijk. Het is dus een niet oninteressant boek voor hen die geïnteresseerd zijn in de moleculaire mechanismen van schizofrenie.
R. Van Winkel