Psychiatry and clinical neuroscience. A primer
Met dit boek beogen de auteurs resultaten en concepten van recent klinisch neurowetenschappelijk onderzoek te koppelen aan psychiatrie. In een bondige stijl worden onderwerpen zoals functioneel beeldvormend onderzoek, neurotransmitters, neuronale netwerken en neurologisch anatomisch onderzoek in verband gebracht met psychiatrische aandoeningen zoals depressie, schizofrenie en dementie. Men hoeft er niet te zoeken naar therapeutisch of diagnostisch relevante overwegingen, maar wel vindt men een fraaie compilatie van hedendaags onderzoek. Het boek is Amerikaans georiënteerd, maar er worden gelukkig enkele publicaties uit Nederland genoemd (o.a. van Van Os, Kahn en Hulshoff Pol en H. van Praag).
Het boek begint met een stevige inleiding over netwerkconcepten (‘ small world en default ’). Defaultnetwerk beschrijft de samenhang van hersengebieden als er geen focus is. Alles prima opgeschreven, hoewel de toon wellicht iets te optimistisch is wat betreft de mogelijkheden en de impact van klinisch neurowetenschappelijk onderzoek op de psychiatrische praktijk, onder het motto ‘ In anticipation of remarkable scientific advances leading to cures for psychiatric disorders ’. Het boek is een geschikte inleiding (‘ primer ’) voor studenten en assistenten (wel of niet in opleiding) en een aanvulling op bijvoorbeeld Kaplan & Sadock’s Textbook.
Een ander voorbeeld is de rol van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders ( dsm ), het door de schrijvers ondersteunde classificatiesysteem. Het zou best eens kunnen dat neurobiologisch onderzoek (hersenbeeldvorming, maar ook genanalyses) helemaal niet aansluit bij de dsm .
Enerzijds uiten de auteurs hun grote vertrouwen wat betreft de toekomstige rol van de klinische neurowetenschappen in de psychiatrie; anderzijds zijn ze wel realistisch in die zin dat psychiatrie een tak van de geneeskunde is (en blijft) die zich meer bezighoudt met rehabilitatie dan met genezen.
J. Korf