Gedragsstoornissen bij kinderen. In de reeks: Diagnostiek en behandeling voor de professional
De moeilijkheid in het schrijven over kinder- en jeugdpsychiatrische problemen ligt altijd in de min of meer grote reductie die men maakt van een complexe realiteit. Hoe vertaalt men de realiteit van wat in de spreekkamer gebeurt naar een hoofdstuk in een boek? De beschrijving van het gedrag van een oppositioneel-opstandig kind is één ding, de beschrijving van de wegkijkende, ogenschijnlijk ongeïnteresseerde vader die wat verder zit en de machteloos uitziende moeder die zegt dat er wel eens ongelukken van zouden kunnen komen, is een ander ding. De eerste beschrijving komt in de boeken, dat kan men dan ‘catalogiseren’ of ‘rubriceren’ volgens vigerende criteria (die morgen wel weer ánders kunnen zijn), het tweede is het subtiele van de klinische diagnostiek, niet vertaalbaar volgens evidence-based principes, maar de feitelijke toegangspoort tot behandeling.
Als de economie ook in de spreekkamer zit, wordt dit proces nog versterkt. Op pagina 44 lezen we aldus dat ‘ categorale diagnostiek of het toekennen van een rubrieksdiagnose onder meer om praktische redenen noodzakelijk is: de financiële vergoeding voor de behandeling en de beslissingen die betrekking hebben op sociale voorzieningen en het onderwijs’ . In Vlaanderen is er wat de behandeling betreft toch nog meer ruimte voor therapeutische creativiteit.
Afgezien daarvan is deze uitgave in de serie ‘Diagnostiek en behandeling voor de professional’ een aanrader voor elke kinderpsychiater of -psycholoog in opleiding. Op een zeer overzichtelijke manier beschrijft de auteur de problematiek van gedragsstoornissen en presenteert hij theorieën en modellen. Vanzelfsprekend komen vervolgens diagnostiek en behandeling aan bod, om te eindigen met een hoofdstukje over aanpak op school. Heel klassiek allemaal, trouw aan het medisch model, maar noodzakelijk voor mensen in opleiding. Tijdens die opleiding moet men er dan voor zorgen om deze kennis te kaderen binnen veel grotere gehelen teneinde niet in een reductionistisch therapeutisch handelen te vervallen. Misschien zijn ouders in een bepaald geval ook níét gebaat bij het volgen van bijvoorbeeld de parent management training Oregon , maar moeten ze eerder inzicht krijgen in transgenerationele determinismen van hun eigen gedrag ten opzichte van hun kind.
Mark van Bellinghen