The Oxford Handbook of eating disorders
Dit handboek over eetstoornissen ‘ geeft een overzicht van het huidige onderzoek en klinische ontwikkelingen door synthetische hoofdstukken ’. Met die aankondiging in een prestigieuze reeks (‘Oxford Library of Psychology’) mag je toch wat verwachten. Maar het eerste deel over classificatie en epidemiologie start erg rommelig door in het ene hoofdstuk prevalentiecijfers te geven over eetstoornissen waarvan de diagnostische classificatie in een volgend hoofdstuk ter discussie staat. In datzelfde deel staat bovendien een stuk over controverses in de aanpak van eetstoornissen bij kinderen en jongeren. Die bijdrage staat hier niet alleen wat verloren, maar mist ook enige samenhang met de rest.
En deze indruk van fragmentering wordt versterkt naarmate je verder in het boek bladert: vele hoofdstukken zijn gewoon los van elkaar geschreven en zouden zo in een tijdschrift kunnen staan. Bovendien ontbreekt het aan redactionele structuur en is er geen vast patroon te vinden in de indeling van elke bijdrage. De auteurs behoren wel tot de elite van de experts – zij het voor 80% een Noordamerikaans onderonsje – maar ze konden vrij hun gang gaan: nu eens staat een hoofdstuk bol van samenvattingen van studies, dan weer volgen praktische suggesties vanuit de persoonlijke praktijk. Onvermijdelijk leidt dit tot vele overlappingen: zo vinden we dezelfde psychosociale factoren besproken in drie hoofdstukken.
Vervolgens zijn de bijdragen losjes op een hoop gegooid onder een brede paraplu zoals ‘ benaderingen tot begrip ’ of ‘ assessment en comorbiditeit ’. Een frappante vaststelling: het laatste deel, over preventie en behandeling, bevat welgeteld één hoofdstuk over preventie en acht over behandeling. Bij de selectie van deze laatste zijn ook wat vraagtekens te zetten (bijv. waarom een apart hoofdstuk over dialectische gedragstherapie) en ook nu een merkwaardige overlap: therapierichtingen worden in aparte bijdragen toegelicht en dan volgt nog een lang hoofdstuk over evidence-based behandelingen.
Mogelijk had de redacteur (Stewart Agras) in de gaten dat het een los-zandboek geworden is, maar zijn inleiding en slot (‘ overview ’) zorgen niet voor een beter overzicht of samenhang. Ten slotte hoop je dan dat het trefwoordenregister dienstdoet als handige gids. Ik vind er — met telkens verwijzing naar exact één plaats in het boek — termen zoals: distress, etiology, hypertrophy, laxatives, obsessions, phobia, starvation, risk of death … Ik zocht tevergeefs: ethics ( compulsory treatment ), (in)fertility , motivation , perfectionism , self-harm (self-injury) , therapist (therapeutic relationship) , tube feeding … De lezer heeft het inmiddels begrepen: ondanks de ronkende titel is dit geen echt handboek, maar een bloemlezing losse artikelen die over diverse thema’s de wetenschappelijke stand van zaken tot grotendeels 2008 weergeven.
Walter Vandereycken